| |
Zaaien
Zaaigrond
- De zaaigrond die kan
gebruikt worden, is gezeefde cactusaarde van Grusonia. Deze kan u eventueel
nog aanvullen met zand maar is niet noodzakelijk. Een schimmelwerend product
kan gebruikt worden voor het zaaien of na het opkomen van de zaden. Voor de
juiste producten moet u zich wel wenden tot een gespecialiseerde winkel die
deze mag verkopen. Overschrijd echter nooit de opgegeven verhoudingen. We
opteren er zelfs voor om deze iets kleiner te nemen. Let echter ook op als
het product kiemremmend is of niet!
Hoe
komen we aan zaad van verschillende soorten
Er
zijn twee mogelijkheden:
- Vooreerst de
eenvoudigste en dat is zaad winnen van eigen planten. U moet er dan wel op
toezien dat er geen ongewenste kruisbestuiving gebeurt door binnenvliegende
insecten. Een nadeel is wel dat u dan twee dezelfde planten nodig hebt om
een volgende generatie zuivere planten te verkrijgen. Wil men soortecht zaad
dan zal men de natuur zelf een handje moeten helpen. Met een wattenstaafje
of een fijn penseeltje kan men stuifmeel van de ene plant overbrengen op de
stamper van de andere plant. Wilt u een andere plant bestuiven, neem dan een
nieuw wattenstaafje of dompel het penseeltje onder in alcohol, zodat er geen
stuifmeel van de vorige plant bij de volgende komt. Sommige planten doen aan
zelfbestuiving en hebben aldus geen 2de partner nodig om zaad te
zetten. Laat het zaad echter eerst goed afrijpen op de plant alvorens te
oogsten.
- Een tweede
mogelijkheid is zaad bestellen bij een gespecialiseerde firma in binnen- of
buitenland. Ook kan er zaad besteld worden bij Grusonia. Daartoe kan u zich
wenden tot de zaadcommissie.
Wanneer
zaaien
- In
principe kan men een groot deel van het jaar zaaien. Toch wordt er gekozen
voor het vroege voorjaar, zodat de zaailingen voldoende groot en sterk zijn
alvorens de lichtarme winter in te gaan. Zo zal het succes van het zaaien
zeker groter zijn.
Hoe
zaaien
- Over het zaaien heeft
iedereen wel zijn eigen mening en methode, maar toch moeten we wel enkele
regels in acht nemen.
- Gebruik ofwel
aparte potjes of een zaaikistje waar meerdere soorten bij elkaar kunnen
gezaaid worden. Zorg ervoor dat steeds het juiste etiket bij de gezaaide
soort staat.
- Druk de aarde
lichtjes aan en strooi er dan de zaden overheen. NIET afdekken met
aarde, maar hoogstens een beetje grint opstrooien die stevens de
algengroei iets afremt.
- Zet nu alles in
gespannen lucht en zorg ervoor dat het zaad steeds vochtig staat.
- Eens de zaden
ontkiemen, moet men nu en dan luchten. Eveneens kan u op dit moment
nazien of er een schimmelaantasting aanwezig is.
- Wanneer de zaailingen
een voldoende grootte hebben bereikt, is dit het moment om te verspenen. Dit
gebeurt meestal in een piepschuimbakje gevuld met dezelfde aarde als bij het
zaaien. Na het verspenen moet men spaarzaam zijn met het begieten van de
aarde. Slechts na enkele weken zien we bij de zaailingen een hergroei en dit
betekent dan ook dat er meer water mag gegeven worden.
Enten
- Is dit nodig of niet?
Dit is een veel gestelde vraag. Voor sommige planten is het echt een
noodzaak. Daar zijn verschillende redenen voor o.a.: kan niet in leven
blijven op eigen wortel, een zeer moeilijke soort om op eigen wortel te
kweken, bloei bevorderen bij sommige soorten, … Allen kunnen op eigen
wortel leven, maar voor sommige planten is het zo moeilijk dat enten
aangeraden is.
- Hoe gaat men te werk?
De onderstam wordt op de hoogte afgesneden waar men straks de ent wil. Dit
kan enkel in het zacht gedeelte van de plant, het verhoutte deel zal zeker
slechte resultaten geven. De zijkanten worden afgeschuind zodat bij indrogen
van de plant de ent niet kan worden afgeduwd. Eveneens wordt de te enten
plant op deze manier behandeld. Zijn de twee planten klaar, dan kunnen ze op
elkaar geplaatst worden. Zorg ervoor dat steeds de vaatbundels, zowel van de
ent als van de onderstam, elkaar kruisen. Op de vaatbundels vindt echter de
samengroei plaats. Een lichte druk op de ent zorgt ervoor dat de vergroeiing
tot stand komt. Zet ze nadien ook niet in de volle zon, maar wacht daarmee
totdat de enting geslaagd is.
- Naargelang de soort
die moet geënt worden, gebruikt men ook verschillende soorten onderstammen.
We zullen ons hier echter beperken tot het opsommen van enkele verschillende
soorten onderstammen: Trichocereus spachianus, T. pachanoi, T.
schickendantzii, T. macrogonus en Eriocereus jusbertii en vooral ook
Echinopsissoorten. Men kan zelfs bepaalde Opuntia-soorten gebruiken.
- Om zaailingen te enten
zijn er slechts twee soorten die in aanmerking komen. Dit is de Pereskiopsis
en de Echinopsis. Hoe dit juist in zijn werk gaat zou ons hier iets te ver
leiden. Daarvoor raden we u aan contact op te nemen met liefhebbers die
reeds jaren ervaring hebben.
Stekken
- Stekken is ook een
vorm van vermeerderen. Sommige cactussen kan men enkel op deze manier
vermenigvuldigen. Op volgende wijze gaat men te werk. Men snijdt met een
proper mes een zijscheut af van de cactus of vetplant. Deze laat men enkele
dagen drogen totdat er een callus gevormd is, een soort wondweefsel die
schimmelaantasting voorkomt. Daarna zet u ze gewoon op zand totdat
wortelvorming waargenomen wordt. Nadien worden ze gewoon behandeld als
planten die verpot worden. Is het een plant die geen zijscheuten maakt, dan
kan men van deze plant de top afsnijden en deze behandelen als een stek. Het
onderste deel van deze plant zal dan spoedig nieuwe scheuten vormen waar de
top afgesneden werd. Deze kan men dan opnieuw gebruiken als stek.
Terug
|