Ook voor het zeevissen geldt: 'het juiste materiaal, is het halve werk.' Dit geldt zeker voor de hengel. Wanneer men vanaf het strand wil vissen heeft men vaak een andere hengel nodig, dan wanneer men vanaf een dijk of vanaf een boot vist. Dit lijkt op het intrappen van een open deur, maar maak zelf maar eens een wandeling langs het strand en je begrijpt precies wat ik bedoel. Zelfs werphengels die bedoeld zijn voor het binnenwater worden soms gebruikt om vanaf het strand een visje te bemachtigen. Voor het vissen op bijvoorbeeld geep is dit natuurlijk best mogelijk, en zelfs wenselijk. Dit heeft alles te maken met de manier waarop we de de geep bevissen. Namelijk: met een dobber.

Voor het vangen van bijvoorbeeld platvis, zeebaars of gul, hebben we heel ander materiaal nodig. Het aas voor deze vissen bieden we meestal op de bodem aan. We gebruiken hiervoor een zwaar (anker)lood. Omdat zo'n lood al gauw meer dan een ons weegt, hebben we dus ook een zware hengel nodig. Het begrip 'zware hengel' zegt (hopelijk) niets over het gewicht van de hengel, maar over het werpgewicht dat deze hengel aankan. Er moet gemakkelijk een ons lood mee kunnen worden geworpen. Dit lukt alleen met een hengel die daarvoor bedoeld is.

De hengel moet ook een behoorlijke kracht bezitten. Probeer maar eens met een binnenwaterhengel een ankerlood van 100 gram of meer los te trekken uit bodem.

We hebben dus een hengel nodig die een aantal bepaalde eigenschappen bezit. Deze eigenschappen vind je niet bij een binnenwaterhengel. Om in zee te vissen hebben we dus specifieke zeevisspullen nodig.

Een goede strandhengel is ongeveer tussen de 360 cm en 450 cm lang. Dit hangt voor een groot deel af van de lengte van de visser. Een klein persoon kan beter de iets kortere hengel gebruiken. Een hengel van 450 cm lang valt voor hem moeilijk te hanteren. Voor de collega's onder ons die qua lichaamslengte richting de twee meter gaan, is een hengel van 450 cm heel goed bruikbaar. Voor de gemiddelde persoon, voor zover die bestaat, is een hengel van 390 cm ideaal.

De hengel moet een ideaal werpgewicht hebben die ongeveer tussen de 100 en 200 gram ligt. Wanneer er op de hengel staat: 'werpgewicht: 100/200 gr', dan betekent dat, dat het ideale gewicht voor de hengel ongeveer 150 gram zal zijn. Om goed te kunnen werpen heeft men dan op zijn minst een loodgewicht van 100 gram nodig. Een loodgewicht van meer dan 200 gram maakt de hengel 'lui'. Er valt dan niet goed meer te werpen.

Een goede zeehengel heeft men niet onder de 100 gulden. Men zit zelfs al gauw bij de 150 gulden of meer. Voor de specialisten onder ons zijn er hengels te koop die tegen de 1000 gulden gulden kosten. Deze hengels vereisen dan meestal een speciale manier van werpen (pendulum). Wanneer men deze worp niet beheerst, is het niet mogelijk deze hengel optimaal te benutten. Je kan dan dus beter een 'gewone' hengel aanschaffen.

	Om verder te gaan met zeehengels
	Om naar de Inhoudspagina te gaan.
	Om naar de Homepage te gaan.