De schar is bij ons in de winter vanaf de kant te vangen. Langs de meeste stranden zijn ze wel aanwezig. Hoewel de aantallen in geen enkele verhouding meer staan tot die van enige tientallen jaren geleden, valt er best nog wel aan een aardig maaltje schar te komen. Denk dan niet aan aantallen van 30 of 40 stuks, maar eerder aan 8 of 10 stuks per avond. Hoewel, 'avond'...... de schar is juist meestal prima overdag te vangen. In tegenstelling tot de gul, waarvoor de nacht het aangewezen tijdstip is, kan men voor de schar het beste al beginnen te vissen als het nog licht is. Als de schemering invalt kan er dan nog altijd worden overgegaan op gul.
Een schar wordt niet groot. Daar krijgt hij ook de kans niet voor. Zoals de meeste zeevissen is ook de schar zwaar overbevist. Dit is natuurlijk niet het gevolg van die 'paar' hengelaars aan het strand. De grootste boosdoener, en eigenlijk ook de enige, is de beroepsvisserij. Daar waar de sportvissers nog in stuks denken bij de vangst, gaat het bij de beroepvisserij om tonnen. Helaas, maar waar.
Omdat de schar niet groot wordt, hebben we dus kleine haken nodig. Maatje 6 of 4 is prima. De beste onderlijn is die met twee (metalen) afhouders. Zie hiervoor het hoofdstuk 'onderlijnen'.
Het aas dat we gebruiken is zeepier of zager. Sommigen geven aan zager de voorkeur en anderen aan zeepier. Zelf heb ik nooit enig verschil kunnen ontdekken, maar het kan natuurlijk afhankelijk zijn van de plaats waar er wordt gevist. Gebruik niet te grote stukken aas. Een klein stukje zager of een kleine zeepier op een haak is voldoende.
Om verder te gaan met Schar Om terug te gaan naar Vissoorten. Om naar de Inhoudspagina te gaan. Om naar de Homepage te gaan.