NRC
Handelsblad 10-12-1999
|
'NEGERZOENEN'
Henk van Gelder
De Berini's tragikomisch in de moderne tijd.
Van een schuifdeurennummertje in melige jaren-vijftig-stijl hebben de
Berini's zich in vijftien jaar ontwikkeld tot een duo met een volstrekt
eigen genre. Ze maken een kruising tussen cabaret en toneel waarin telkens
hetzelfde echtpaar uit een Rotterdamse volkswijk de hoofdrol spelen. En
steeds vaker fungeren deze Annie en Harrie als commentatoren op de buitenwereld.
Hun wijk verandert, hun stad ook, en zij krijgen hoe langer hoe meer reliëf
.
Negerzoenen, geschreven door Dick van den Heuvel, is een hybride
voorstelling omdat de toneelhandeling volgens hun vaste procédé
wordt doorbroken door liedjes. Dan rolt Marjolein Meijers haar staande
bas op wieltjes naar voren, terwijl Hans Kemeling iets vindt om het ritme
op te slaan en hun twee gastmuzikanten (Walter Kuipers en Izak Boom) op
viool, mandoline, trekzak en gitaar een smeuïg potje country of folk
meespelen.
Soms gaat dat ten koste van de doodsangsten die Annie uitstaat bij de
gedachte dat haar 'zoon' nog niet thuis is. Maar mooi zijn die liedjes
vaak wel. En de intrige blijft tenslotte toch intact. Annie en Harrie
slaan zich met hun tragikomische dialogen en hun geheel eigen logica dapper
door de moderne tijd heen. "Je mag niet discrimineren Harrie",
zegt Annie als haar man tegenwerpt dat een Antilliaan niet betrokken kan
zijn bij relletjes met Marokkaanse jongeren. Antillianen, Marokkanen,
da's één pot nat".
Maar in de slotscène is het Harrie die hoog spel speelt; dan is
het spannender en stiller dan het ooit bij de Berini's is geweest.
|
|