a. De geboorte.
Het Belgische luchttransport ontstond tijdens
de II° Wereldoorlog. Haar wieg stond echter niet in het de
door de Duitsers bezette België, maar vindt men terug op
het Britse, vrije eiland.
Enkele Belgische piloten van het "Bomber Command", opgeleid
te Crosby on Eden en Welford, vervoegden de effectieven van het
187 en het 525 RAF Squadron te Membury.
Na de bevrijding in 1944 werd een " verbindingsflight "
opgericht, uitgerust met ANSON - en DOMINIE- toestellen.Deze kleinere
vliegtuigen werden gestationeerd te Hendon en verzorgden de regelmatige
verbindingen tussen Londen en Brussel.
In Augustus 1946 vestigde het Belgisch luchttransport
zich in Evere in België en vormde er de 169° Wing. Deze
bestond uit twee smaldelen, het 366°, uitgerust met DC-3 en
het 367° Smd, uitgerust met ANSONS, OXFORDS, DOMINIES en PROCTOR
vliegtuigen.Onmiddellijk werden regelmatige vluchten ingelegd
naar Wahn, Hendon, Villacoublay en Preswick.
Nog steeds in '47 werd de zogenaamde TCU( Transport Convertion
Unit) opgericht. Haar taak bestaat er tot op heden in om de conversie
van jachtpiloten naar transportpiloten te bewerkstelligen.
In datzelfde jaar namen de fotografische opdrachten voor het Militair
Cartografisch Instituut een aanvang. Enkele crews vertrokken naar
de Kongolese provincie Katanga om er met behulp van met fotoapparatuur
uitgeruste vliegtuigen de reliëfkaarten van de provincie
op te maken. Toen startte men ook met de eerste droppings boven
Schaffen en werd de 169° Wing meteen gespecialiseerd in taktisch
luchtvervoer.
Op 01 februari 1948 werd de 169° Wing
omgedoopt tot 15° Vervoers- en Verbindingswing (15 VVbW),
met daarin het 20° en het 21° Smd. De Stafchef van de
Luchtmacht, Generaal Vlieger Leboutte, kende aan deze twee smaldelen
het legendarische logo van de Sioux-Chef toe. De lijfspreuk luidde
"TENACITY" (vasthoudendheid). De Sioux-indiaan was voordien
het kenteken van het 9° en het 11° Observatiesmaldeel
van het luchtvaartregiment dat zich in het turbulente mei van
1940 onderscheidde door onmogelijk geachte opdrachten tot een
goed einde te brengen.
Het 20° Smd, uitgerust met DC-3 DAKOTAS, was gespecialiseerd
in het luchttransport en verzekerde vanaf april 1948 regelmatige
verbindingen met de kolonie, ten einde de in aanbouw zijnde basis
van Kamina te bevoorraden. Het 21° Smd werd met de aanwezige
ANSONS, PROCTORS, OXFORDS en DOMINIES georiënteerd naar verbindingsopdrachten,
die al snel buiten de Europese grenzen groeiden. Tot 1950 was
de 15 V Vb W ingeplant te Evere.
b. 1950-1970
Het jaar 1950 betekende een grote ommekeer in het leven van de nieuwe Wing. Vooreerst werd de verhuis doorgevoerd van Evere naar Melsbroek, waar de Kazerne Groenveld, tot dan toe ingericht als recruteringscentrum voor de Luchtmacht, in gebruik werd genomen. De geboden infrastructuur te Evere was onvoldoende geworden. Het gebrek aan een verharde landingsbaan en de parkeermogelijkheid voor zwaardere toestellen waren niet in overeenstemming te brengen met de ambitieuze toekomstplannen, die in snel tempo verwezenlijkt werden.
Geconfronteerd met de lange reistijden naar
de kolonie - 4 à 5 dagen in DC-3 - en de beperkte vervoerscapaciteit
van het toestel, kocht de Luchtmacht in september 1950 twee DC-4
SKYMASTERS aan, die onmiddellijk op de Kongolijn ingezet werden.
De reis naar Kamina via Tripoli, Kano en Leopoldstad kon vanaf
nu uitgevoerd worden in anderhalve dag.
Op 24 september 1952 werd een nieuw belangrijk hoofdstuk geschreven
in de geschiedenis van de 15 V Vb W: de twee eerste "FAIRCHILDS
PACKET C-119 " landden in Melsbroek. Ze vormden de voorbode
van een totaal van 46 toestellen die eerst het 20° Smd en
later ook het 40° Smd definitief de weg doen inslaan van taktisch
luchttransport. De laadcapaciteit van 13620 kg staat in schril
contrast met de bescheiden 3400 kg van de DC-3 DAKOTA, die hij
geleidelijk aan verving in het 20° Smd.
In 1953 waren de OXFORDS en de ANSONS aan
vervanging toe. Het 21° Smd ontving dat jaar een dotatie van
12 PERCIVAL PEMBROKE lichte verbindingsvliegtuigen met een capaciteit
van 6 tot 8 passagiers. Naast deze primaire opdracht werden ze
eveneens ingezet voor het vervoer van lichte vracht, kalibratieopdrachten,
luchtfotografie en als conversievliegtuig.
In 1958 werd overgegaan tot de aankoop van twee DC-6A van de USAF,
in 1960 gevolgd door de overname van nog eens twee DC-6B van SABENA.
Deze periode wordt gekarakteriseerd door
enkele markante feiten, te weten de onlusten gepaard gaande met
de onafhankelijkheid van Belgisch Kongo in 1960, de opening van
de basis te Solenzara in 1962, de opening van de transatlantische
vluchten naar de USA in 1962, de steun aan de jonge Kongolese
FATAC in 1964 en het begin van humanitaire zendingen in alle kontinenten.
De operaties na de Kongolese onafhankelijkheid op 30 juli 1960
vergde van de 15° Wing een maximale inspanning. Tijdens de
maand juli werden er in de meest dramatische omstandigheden niet
minder dan 860 opdrachten uitgevoerd.
In 1964 dreigde de jonge republiek Kongo totaal ineen te storten.
Ten prooi aan een totale desorganisatie werd België (lees:
de 15° Wing) ter hulp geroepen om mee te helpen aan de oprichting
van de Force Aérienne Tactique Congolaise (FATAC). De verbindingen
tussen Brussel en Kamina werden hersteld en de 15 V Vb W leverde
het nodige gekwalificeerd personeel en de vereiste know-how om
de DC-3's en de DC-4's van FATAC operationeel te houden. Dag na
dag bevond het steunpersoneel zich in diverse pijnlijke toestanden:
landen op vliegvelden waar jarenlange verwaarlozing het risico
op ongevallen of beschadigingen sterk verhoogde en waar de betrouwbaarheid
van de plaatselijke bevolking een grote onbekende was. Eens te
meer wist de 15° Wing deze delikate opdracht tot een goed
einde te brengen.
c. 1970-1980
In 1972 werd het 20° Smd met zes van
de twaalf bestelde LOCKHEED HERCULES C-130 uitgerust, terwijl
vijftien C-119's naar Koksijde werden afgevoerd. In 1973 werd
het voorziene saldo vereffend. Van de initiële 12 zijn er
nu nog 11 operationeel; één toestel werd verloren
in een ongeluk in Einhoven in 1996.
De C-130 beschikt over een zeer ruime actieradius en een nuttige
laadcapaciteit van 20 Ton. Bovendien maken uitstekende STOL eigenschappen
hem uitermate geschikt voor de meest gevarieerde taktische luchtopdrachten.
De laatste van deze werkpaarden arriveerde op 16 mei 1973.
De wederuitrusting van het 20° Smd was
nog volop bezig toen ook het 21° Smd zich kon verheugen op
de aankomst van twee nieuwe Dassaults Breguet "FALCON 20E",
die de interventiesnelheid van de trouwe PEMBROKE aanzienlijk
verhoogde. Hoofdzakelijk ingezet als snelle verbindstoestellen
voor (V)VIP's, bewijzen deze toestellen eveneens enorme diensten
in het dringend vervoer van transplantatieorganen (deze zendingen
werden een aantal jaren geleden gestaakt) en de overbrenging van
zwaar gekwetsten.
Hun aankomst betekende een einde van de eerste vijf PEMBROKES.
Tot 1976 vermindert het vliegtuigenbestand door de afvoer van
de DC-3's.
Op 29 maart 1976 landt de eerste SWEARINGEN MERLIN te Melsbroek
als voorbode van een reeks van zes.
Vanaf dan geraakt de vernieuwing in een stroomversnelling: in
maart en april neemt de Luchtmacht twee BOEINGS 727 over van SABENA,
om de vier DC-6's te vervangen. Op 28 juni doet de eerste HAWKER
SIDDELEY 748 zijn intrede. Met deze werd het 21* Smd een verbindingssmaldeel,
dat over een volwaardig gamma moderne toestellen beschikt, zoals
we ze vandaag de dag nog terugvinden.
Dankzij de ombouwbaarheid van al de types kan voortaan ook het
21° Smd buiten de grenzen van de verbindingsopdrachten treden.
Zo wordt regelmatig bijgesprongen voor het vervoer van materiaal
al dan niet in combinatie met passagiers. Twee van de MERLINS
worden ingezet voor luchtfotografie en het 21° Smd draagt
eveneens bij tot de verhoging van de vliegveiligheid door het
uitvoeren van test- en calibratievluchten.
De laatste C-130 was nauwelijks één
week geleverd, toen de EEG een grootscheepse hulpaktie op touw
zette ten behoeve van de Sahel bevolking, geteisterd door hongersnood.
In het totaal vergde de operatie 1230 vlieguren over een groot
gebied dat de landen Niger, Tsjaad, Opper-Volta (nu Burkina Faso)
en Mali omvatte.
Met de nieuwe vliegtuigen werden nieuwe verbindingen tot stand
gebracht, ondermeer tussen België en de USA. Ook in andere
delen van de wereld bleef de 15° Wing aktief. Denken wij hierbij
onder andere aan Jordanië, Indië, Egypte, Bangladesh,
Honduras, Angola, Guatemala, Iran, Cambodja, Mexico, Spanje, Columbia,
... en de lijst zal zich blijven aanvullen.
1978 zal in de analen van de 15° Wing en het Regiment Para-Commando
geboekstaafd blijven als het jaar van de operatie RED BEAN in
Shaba (Zaïre).
De jaren 70 worden gekenmerkt door een radikale vernieuwing van
het vliegtuigenpark, gecombineerd met interventies in alle windstreken.
Op het thuisfront aanvaardde de 15° Wing het peterschap over
de lokale Multiple Sclerosekliniek. Deze hechte band werd in 1970
gelegd, na een spectaculaire boomerang-aktie het jaar voordien.
Sedertdien treedt de 15° Wing regelmatig bij om de MS-kliniek
financieel te steunen.
d. 1980 - 1990.
Deze periode kan het best gesynthetiseerd
worden als de consolidatieperiode van de 15° Wing. Het totaal
aantal vliegtuigen blijft constant op 24 eenheden, na het verlies
van een Merlin tijdens een oefenvlucht in 1980. Naast Zaventem
ontpopt de 15° Wing zich als de tweede grootste luchthaven
van België qua jaarlijkse tonnemaat en passagiersbewegingen.
Het vluchtprogramma neemt gestadig toe en bereikt het verzadigingspunt
voor de bemanningen en de onderhoudsploegen. Typerend voor deze
periode is het toenemend aantal zendingen " buiten vluchtplan
Luchtmacht" die weliswaar niet door het budget Luchtmacht
betaald worden, maar evenveel inzet en energie vereisen.
Op 12 Mei 1980 werd een C-130 ter beschikking gesteld van het
Internationale Rode Kruis om gedurende zes weken vanuit Bangkok
de ravitaillering van de Cambodjaanse vluchtelingen te verzekeren.
Bij het vertrek heeft de C-130 7 ton medisch materiaal aan boord.
Gedurende deze operatie die afliep op 18 juni werd tussen de Thaïse
hoofdstad en Cambodja in 31 rotaties een totaal van 390 ton vracht
vervoerd.
Vanaf december 1984 vinden we de 15° Wing zeer sterk vertegenwoordigd
terug in Afrika. Naast de permanente coöperatie in Zaïre
werden er zware inspanningen geleverd om steun te verlenen in
de door hongersnood getroffen Sahel-landen. In opdracht van meerdere
internationale humanitaire organisaties werden tussen december
1984 en november 1986 niet minder dan 80 humanitaire acties uitgevoerd.
Het merendeel van deze vluchten leidde naar Ethiopië. De
andere gingen naar Tsjaad, Mali, Soedan, Kenia en Zuid-Yemen.
Op 01 september 1987 onderging de 15°
V Vb W andermaal een naamsverandering: het huidige 15° Wing
Luchttransport ( 15° W Lu Tpt ).
De HS 748 ruilt zijn camouflagekleuren voor de huidige wit-blauwe
kleuren en de binnenbekledingen van de CS 002 en de CS 003 worden
in '88 en '89 eveneens vervangen. In 1988 werden eveneens de schilderwerken
van de beide BOEINGS beëindigd.
De C-130's worden vanaf 1990 geleidelijk vernieuwd met nieuwe
outerwings en de camouflagekleuren worden vervangen door lichtgrijs,
vernieuwingen die beëindigd werden op 18 Mei 93.
In april 89 werd beroep gedaan op de 15°
Wing om deel te nemen aan Operatie "LIFE LINE" in Soedan,
dat getroffen werd door een hongersnood en op 07 augustus 1990
startte de operatie "SWEET HOME", waarbij de evacuatie
uit Zaïre van het Belgische Militaire Technisch Detachement
werd ondersteund door de 15° Wing. Ook de operatie "FLYING
CARPET" (23 Aug - 04 Oct 90) en "GREEN BEAN" (04
Oct - 27 Nov 90) vergde een enorme inzet, terwijl de gewone opdrachten
onverminderd door bleven gaan.
De jaren tachtig zullen aldus gekenmerkt zijn door een nog grotere
inzet voor internationale humanitaire organisaties met een blijvende
inzet voor de zendingen "binnen vluchtplan Luchtmacht".
e. 1991 tot heden.
In oktober 1991 verwezenlijkte de 15°
Wing de inplaatsstelling van een detachement Para-Commando en
de daaropvolgende repatriëring. Deze operatie " BLUE
BEAM ", zal een enorm aantal vlieguren eisen om het transport
aan militairen, vluchtelingen en materieel mogelijk te maken.
Tijdens het Golfconflict in 1991 heeft de Wing de volledige ontplooiing
van het Belgische detachement AMF, in een minimum van tijd uitgevoerd
naar de verste uithoek van Turkije en de noodzakelijke logistieke
steun verwezenlijkt. Talrijke ladingen ten gunste van de geallieerden
gaven een solidariteitslabel aan de Belgische inspanningen, terwijl
de logistieke steun aan de Zeemacht onverdroten verder ging.
In 1991 werd de FALCON in een nieuw kleedje gestoken; binnenbekleding werd vervangen en de vliegtuigen kregen een nieuw kleurtje. De MERLIN ondergaat dezelfde veranderingen die nu nog altijd in uitvoering zijn.
De C-130, die reeds lang meedraaide zonder noemenswaardige moderniseringen - buiten de vernieuwing van de outerwings- wordt bedacht met een nieuw navigatiesysteem (digitale cockpit). Dit werd een must aangezien de huidige avionics niet meer schikte in de steeds wisselende en veeleisende luchtverkeerssituaties. Het eerste vliegtuig staat sinds Mei 92 bij SABENA en zou rond Mei 95 klaar zijn. Na de -positieve- testvluchten zullen de overige vliegtuigen vervormd worden om in 1997 een vloot te hebben die tot in 2010 operationeel moeten zijn.
Het aantal zendingen voor humanitaire operaties neemt ondertussen enorme dimensies aan ; Ex- Yougoslavië, Somalië en vooral, in april 94, Rwanda, waar de 15° Wing enorme inspanningen heeft geleverd, met een quasi maximale capaciteit aan vliegtuigen en personeel.
In 1996, ontvangt het 21 Smaldeel de Falcon 900, een vliegtuig dat thuishoort in de klasse van moderne zakentoestellen. Uitgerust met 3 turbofan motoren van elk 4750 pond stuwkracht, kan het met gemak een kruissnelheid aanhouden van 956 km/hr. Met 12 passagiers en volgetankt heeft het toestel een vluchtbereik van 6300 km en een vliegplafond van 47.000 voet. Dit toestel dient enkel voor de reizen van de Koning, de Koningin en de leden van de Koninklijke Familie.
In 1997 verplicht de hachelijke politieke
situatie in Afrika en Zaire de wing zich opnieuw te ontplooien
op voor hen bekend gebied. De problemen die voortvloeien uit de
machtsovername van Kabila zijn van dien aard dat een militaire
operatie zich opdringt. Tijdens GREEN STREAM (de naam van deze
operatie) vliegen C 130's, B 727's en de Falcon 900 onophoudelijk
tussen Melsbroek, Brazzaville en Point-Noire. Gedurende de aanwezigheid
in Afrika oogde onze tarmac leeg - een ongelooflijk zicht voor
hen die onze wing kennen! Dit gaf de Amerikaanse C 5 GALAXY toestellen
de gelegenheid tot bijtanken en het inlassen van een nachtstop
op Melsbroekse bodem.
24 september 1997 zal in de analen van de 15 Wing met hoofdletters
geschreven worden: de eerste "wide body" arriveert!!
Een AIRBUS A 310, gekocht van Singapore Airlines. SABENA zette
het toestel in de "15 wing kleuren", vóór
het feestelijk arriveerde op de AML. Met zijn lengte van 47 meter
en een rompdiameter van 5,63 m biedt het plaats aan 200 passagiers.
De kruissnelheid bedraagt 850 km/hr op een hoogte van 40.000 voet.
Volgetankt met 68 ton kerosine heeft de AIRBUS een bereik van
9600 km.
Het tweede toestel arriveerde in mei '98.
Wordt voortgezet.
Home page | De Wing | Foto's | Technisch | Links |