Dinsdag 3 februari 1953.

TOEN DE KILDIJK SCHEURDE ‘s-GRAVENDEEL VERLOREN

HET GEBEURDE ALLEMAAL IN EEN OGENBLIK EN 't WAS NACHT. . .

Het was verschrikkelijk , het gebeurde allemaal in een ogenblik. Ik had niet kunnen denken , dat ik nog ooit zulke vreselijke dingen zou meemaken. Dat is de klacht van een inwoonster van `s-Gravendeel , mej. L. Groenewoud , die gister-middag doodmoe aankwam bij Dordtse kennissen. Wij hebben haar even gesproken en hoorden van haar vreselijke beleven-issen. Van de vlucht voor het water , van mensen , die voor hun leven hebben gevochten en hun familie en buren voor hun ogen zagen verdrinken. Het begon om vijf uur , zondagmorgen. We lagen nog te slapen , mijn vader , mijn zuster en ik. ‘t Was nacht en het stormde zo verschrikkelijk. Ineens kwam mijn broer , die riep dat we er uit moesten , want dat de Kildijk was kapotgeslagen. Woonde U aan die dijk? Nee , wij woonden aan de Molendijk , dat is een binnendijk op een kilometer af-stand van de Kildijk. Maar we waren nauwelijks uit bed of het water kwam er al aan en met zo'n verschrikkelijke kracht , daar hebt U geen voorstelling van. Het vloog zo over de dijk , de huizen binnen. Ook bij ons. In een kwartier tijd stond de kelder al onder en steeg het tot in de kamer. Vluchtte U uit huis? Nee , we gingen naar boven , we wisten niet hoe erg het zou worden. We sleepten nog wat mee , maar je weet zo gauw niet , wat je pakken moet. Mijn broer holde weer door het water om andere mensen te waarschuwen en wij zaten boven en de storm loeide maar en het water bulderde zo verschrikkelijk! Hoe lang bent U daar gebleven? Ik weet het niet meer precies , maar toen het licht werd zagen we dat alles half in ‘t water stond en ons huis schommelde gewoonweg. Ineens zagen wij aan de overkant van de dijk een stuk uit een huis slaan en nog een stuk en toen sloeg bij ons de hele achtermuur om. Toen durfden we niet meer te blijven. We gingen eruit , je kon boven op de dijk nog lopen , maar tot je knieen door het water. toen zijn we een ander huis ingevlucht. Je zag overal mensen en kinderen van het ene huis naar het andere gaan. Toen we in dat andere huis waren zagen we iets vreselijks. . . . Ze moet even ophouden om zichzelf meester te worden. Dan gaat ze verder: We zaten met twintig man op een zolder en aan de overkant zagen we de mensen ook op zolder zitten. In dat huis wonen boven en beneden elk twee gezinnen en ze zaten daar ook met wel twintig bij elkaar. Ineens sloeg het hele huis stuk. . . .

 0 , verschrikkelijk. Alle mensen kwamen tussen het puin in het water terecht. en niemand kon meer helpen. . . Is er niemand gered? Nee. Het kon niet. Het water had teveel kracht. Ze gilden om hulp , en om dan zo' te moeten toezien. . . ont-zettend! en Uzelf? We hebben daar gewacht tot dat er een roeiboot kwam , die bracht' ons naar de school in het dorp. De school was wel nat geweest , maar het water was weer weg-gezakt. In die school was het helemaal vol mensen , die met boten en auto’s waren gehaald. Ze waren allemaal heel rustig. Maar er was een man met twee kinderen van drie jaar en negen maanden. Die had z'n vrouw verloren. Het water was in hun huis gekomen en ze waren gevlucht. Toen wilden ze buiten om in een ander huis klimmen om daar op zolder te komen. De man ging eerst en nam van zijn vrouw de kinderen aan. Maar toen zij op het kippenhok was geklommen om het raam te bereiken , sloeg het hok los. Ze hebben nog geprobeerd haar een touw toe te gooien. Maar ze kon het niet pakken. Arie , wat moet ik doen? gilde ze naar haar man. Zwemmen , vrouw , zwemmen , riep hij terug. Toen. . . toen is ze gaan zwemmen in dat vreselijke water. . . niemand heeft meer iets van haar gehoord. . . . Wat ontzettend. En de man en de kinderen zijn gered? Ja , wij hebben de kindertjes meegenomen , er kwam een klein bestel-wagentje en daar zijn we met z'n dertienen ingepakt. ‘s Avonds om negen uur waren we in Rijsoord. De kinderen zijn bij familie van me , maar die kon ons allemaal niet bergen. daarom ben ik nu naar Dordrecht gegaan. . . En nu? We weten het niet. We hebben niets meer. Een beetje geld. En de kleren die weaan hebben. waar als het water zakt en als ons huis niet verder kapot is gegaan , kunnen we misschien weer terug. En er zijn altijd mensen , die ons willen helpen. We laten de moed niet zakken. Wonderlijk , de moed en het vertrouwen , die deze van alles beroofde mensen overhouden. Met die moed alleen zullen ze er komen straks , als de werkelijkheid beter duidelijk wordt. Voorlopig beseffen zij voornamelijk , dat zij er het leven hebben afgebracht. Wat zij voornamelijk missen? Onze foto's. . . . De eigen , persoonlijke bezittingen , de kleine herinneringen aan vroeger , de foto van moeder. . . . .

 DINSDAG 3 FEBRUARI 1953.

IN DE AHOY-HALLEN GONST HET VANMENSELIJK LEED EN ELLENDE.

NOG BRAND OOK. . .

Uit `s-Gravendeel komen we , vertelt ons de grondwerker Kooiman. We woonden aan de Strijensedijk en we hebben nog alles uit huis op zolder kunnen sjouwen. Maar toen werd ons gezegd dat we er uit moesten , naar de school. Die stond wel in `t nat , maar werd later toch weer droog. Het was vreselijk vol in de school en we moesten door het water waden om er te komen. Als het water maar niet zo wild was geweest , zou dat niet zo erg zijn. Maar nu. . . Er brak ook brand uit , vlak bij ons. Dat was een vreemd gezicht in al dat water. Het brandde natuurlijk niet lang. En nou staat ons huis toch tot de pannen onder water. . . . en alles voor niets op zolder gesjouwd…Ze hebben de baby van 17 maanden oud kunnen redden. Ze weten niet veel meer van de tocht , kunnen zich niet voorstellen , welke dag het is. Ze zijn doodop. . . . en alles , alles kwijt. We hebben ook geen cent op zak. We waren nergens op voorbe-reid.

WACHTEN OP EEN BOOT

Uit `s-Gravendeel komen we. We hebben het kunnen redden , want we werden vroeg gewaarschuwd. Mijn man is thuis geblevenen die heeft alles naar de zolder gesjouwd. . . . Hebt U nog wat nieuws gehoord? Ons huis stond maar half onder. . . . zou het nog behouden kunnen blijven? Het gezin Verhoeven woonde in de Bevershoek. Ze waren het eerste weg en de polder bleef het langste droog. Maar ze vluchtten naar een woning , die plotseling door het water werd verrast. Ik ging er heen met de kinderen. `t Was bij mijn zuster , vertelt mevrouw Verhoeven. Mijn zuster heeft ook drie kleintjes en ze ver-wacht de vierde. Haar man zat in Bordeaux. We dachten dat we veilig waren. . . en opeens kwam het water. Zomaar metershoog in huis. We konden nog naar de zolder komen. . . . maar we waren kletsnat. Kunt U zich voorstellen hoe verschrikkelijk? Zes kinderen en mijn zuster zo. . . en geen man in huis , want hier mijn man sleepte thuis de boel naar zolder. . . Van's-morgens vijf tot 's-middags half vier hebben we er gezeten. Toen hebben ze ons door het zolderraam in een boot gered.

 En hoe is het met uw zuster gegaan? Gelukkig goed. Haar man is met een vliegtuig uit Bordeaux naar Den Haag gegaan en daar is mijn zuster nu ook met de kinderen. Ze zijn veilig. Maar die zondag , die angst. . . . en bij mijn zuster thuis drijven nu alle meubelen door het huis. . . we konden niets redden. We keken maar uit en als we een boot zagen , gilden en schreeuwden we. . . Nachtmerrie , nachtmerrie voor al deze ongelukkigen. . . .

 

GA VERDER....
GA TERUG NAAR WATERSNOOD-INDEX
GA NAAR HOOFD-INDEX

 

 WvV-G BEZOEK OOK EENS ONZE SPONSOR: PUNTER.NET