Wat lees ik?

C.H. Mackinstosh

WAT IK LEES, LAAT ZIEN WIE IK BEN.


Dit zijn belangrijke vragen voor elke gelovige: "Wat lees ik"? en "Wat zou ik eigenlijk moeten lezen"? Het is nodig dat wij allemaal, ja, dat ik persoonlijk, een eerlijk antwoord geef op deze vraag. Een algemeen bekend gezegde is: Laat mij zien wie je vrienden zijn en ik zal je zeggen wie je bent. In verband met ons onderwerp kunnen we ook zeggen: Laat mij je boekenplank eens zien en ik zal je zeggen waar je bent. Of anders gezegd: Laat mij eens zien welke boeken, kranten en tijdschriften je leest en ik zal je zeggen hoe het gesteld is met je geestelijke leven.

EEN ALARMEREND VERSCHIJNSEL


Het kan voorkomen dat een jonge christen een innerlijke weerstand voelt voor gezonde christelijke lectuur (Dit verschijnsel komt trouwens ook voor bij oudere christenen). Goede christelijke lectuur blijft ongebruikt op de boekenplank staan en allerlei kranten, tijdschriften en romans worden gretig verslonden. Dit bewijst dat het geestelijke leven van zo iemand op een laag peil staat. Hoe staat het met mijn geestelijke leven, als ik haast geen tijd kan vinden om de Bijbel te lezen, maar wel uren besteed aan het lezen van allerlei lectuur? Als ik zeg dat ik de Heere Jezus liefheb en ik heb Zijn Woord niet lief, dan is er bij mij iets fout.

LEZEN IS VOEDSEL


Wat ik lees laat dus aan de ene kant zien, hoe mijn zedelijke, verstandelijke en geestelijke toestand is, aan de andere kant geeft een boek dat ik lees mij voedsel. Voedsel zowel voor mijn geest als voor mijn verstand. Door te lezen wordt mijn innerlije mens gevoed. Daarom zijn deze vragen van wezenlijk belang voor iedere christen: Wat lees ik? Waardoor wordt mijn innerlijke mens gevoed? Geef ik voedsel aan mijn oude natuur of aan mijn nieuwe natuur?

BEN IK GEESTELIJK GEGROEID?


"Verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk (van het Woord), opdat u daardoor opgroeit" (1 Petr. 2:2). Zoals het normaal is dat een kind lichamelijk groeit, zo is het ook normaal dat een gelovige geestelijk groeit. Als een gelovige gees- telijk niet groeit, is er iets mis met hem of haar. Natuurlijk kunnen hiervoor veel oorzaken zijn. Maar één oorzaak is ongetwij- feld, dat hij (zij) niet verlangt, als een pasgeborern kind, naar de redelijke, onvervalste melk van het Woord. Het gevolg is dat hij (zij) weinig kennis van de waarheden van de Bijbel heeft. Nu heel persoonlijk: Hoe kan ik geestelijk groeien als ik het lezen in de Bijbel verwaarloos en wel allerlei andere lektuur verslind?

"MAG IK DAN NIETS ANDERS LEZEN?"


Als ik voedsel wil geven aan mijn nieuwe natuur, dan moet ik niet allerlei tijdschriften en oppervlakkige lectuur lezen. Natuurlijk kan het nodig zijn dat een krant, een bepaald tijdschrift of bepaalde boeken moet lezen in verband met zijn opleiding , zijn beroep of zijn officiële verplichtingen. Maar de vraag is of hij werkelijk genoegen en ontspanning vindt in dergelijke lektuur. Zal hij er geestelijk door gesterkt worden? Hij zal bijvoorbeeld "het verborgen manna" of "het overjarige koren van het land Kanaän" niet vinden in dergelijke lektuur.

HET GEVOLG VAN VERKEERD VOEDSEL


Waardoor staat ons geestelijk leven vaak op zo'n laag pitje? De oorzaak kan zijn dat we ons voeden met verkeerd voedsel. We lezen dan te weinig in de Bijbel en we verdiepen ons te veel in waardelo- ze lektuur! Hoe kan het goed gaan met mijn zieleleven (met mijn gevoelens, mijn emoties, mijn begeerten en mijn verlangens) als er geen groei is van het Goddelijk leven in mij, als ik geen werkelijk liefde heb voor de Bijbel of voor boeken die de kostbare inhoud van de Bijbel duidelijk maken? Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat een christen, die in een goede geestelijke toestand is, liever oppervlakkige lektuur leest dan bijvoorbeeld een boek dat zijn geestelijke leven kan opbouwen.

EEN NORMALE GEESTELIJKE TOESTAND


Ik ben ervan overtuigd dat een oprecht christen iemand is die Christus liefheeft, iemand die wil groeien in de Goddelijke dingen, iemand die verlangt naar de hemel en naar de hemelse dingen, iemand die ijverig de Heilige Schrift bestudeert, iemand die dankbaar gebruik maakt van goede boeken. Hij verlangt ernaar "wijs te zijn in het goede, maar rein (argeloos, onnozel d.i. onschuldig) jegens het kwade" (Rom. 16:19b). Hij weet dat hij zich moet onthouden van elke vorm van kwaad ( 1 Thess. 5:22). Deze dingen zijn van het hoogste belang voor elke gelovige. Ik voel me gedrongen hierover te schrijven, vooral met het oog op de rechterstoel van Christus, waarvoor we allen eens geplaats zullen worden. Ik smeek elke chris- ten die dit leest, alle lichtzinnige lektuur te mijden, te ontvluchten.

ENKELE VRAGEN


Als ik op het punt sta een boek, een krant, een tijdschrift te pakken, moet ik mezelf eerst afvragen: Zou ik willen dat de Heere dit in mijn handen vond als Hij kwam? Kan ik deze lektuur in de tegenwoordigheid van God brengen? Kan ik Hem ervoor danken? Kan ik Zijn zegen vragen over het lezen ervan? Kan ik het lezen tot verheerlijking van de Naam van de Here Jezus? Als ik deze vragen niet met "ja" kan beantwoorden, kan ik deze lektuur beter wegleggen en me bezig houden met het Woord van God of met een goed geestelijk boek. Dan zal mijn ziel gevoed worden, dan zal ik groeien in de genade, kennis en liefde van onze Heere en Heiland Jezus Christus en de vruchten van de gerechtigheid zullen in mijn leven toenemen tot heerlijkheid van God.

MOETEN WE ALLEEN DE BIJBEL LEZEN?


Nu zijn er ook gelovigen die alleen de Bijbel willen lezen en alle andere lektuur afwijzen. Zij zeggen dat zij alles wat zij nodig hebben in het onovertroffen Boek van God kunnen vinden, dat de Heilige Geest hen in de hele waarheid wil leiden en dat menselijke geschriften voor hen meer een hinderpaal dan een hulp zijn. Wat dit betreft moet ieder voor zichzelf oordelen. Wel moet ik zeggen dat ik persoonlijk dit "verheven" standpunt niet deel. Iemand die zo'n onafhankelijk standpunt inneemt, maakt mijns inziens een grote vergissing. Ik dank de Heere elke dag voor de hulpmiddelen die Hij ons heeft gegeven door de geschriften van Zijn geliefde dienst- knechten. Als iemand weigert de geschriften van medegelovigen te lezen, moet hij eigenlijk ook weigeren naar deze medegelovigen te luisteren als zij het Woord mondeling bedienen! We moeten natuur- lijk ook niet naar de andere kant doorslaan en denken dat wij de Bijbel niet meer persoonlijk hoeven te lezen, als we maar getrouw naar de samenkomst gaan, als we lezingen bezoeken en onze geschrif- ten ijverig bestuderen. Dat is natuurlijk ook fout. De Bijbel zelf moet altijd nummer één blijven. Wij moeten de Bijbel kennen als richtsnoer in ons leven en als wapwn tegen de aanvallen van de vijand. Wij mogen zijn als de gelovigen in Berea en dagelijks de Schriften onderzoeken of de dingen die door de geschriften tot ons komen, zo zijn (Hand. 17:11).

WIJ HEBBEN ELKAAR NODIG


Wij hebben elkaar nodig, we moeten elkaar helpen. Wij zijn immers aan elkaar verbonden "door elk gewricht dat de ondersteuning ver- leent naar de werking die elk deel is toegemeten" (Ef. 4:16). God heeft herders en leraars aan de Gemeente gegeven. Zij wijzen ons op de overeenstemming van de Schriften, zij verklaren ons moeilijke teksten, zij hoeden en weiden ons door middel van de Schriften. Zo kunnen gelovigen nog tot ons spreken, nadat zij al gestorven zijn. Veel gelovigen zullen God in de eeuwigheid loven en danken voor de zegen die ze ontvangen hebben door middel van boeken en traktaten. Sommigen hebben nooit enige andere geestelijke bediening ontvangen, dan wat tot hen kwam door middel van boeken en geschriften.

IS DE BIJBEL ALLEEN NIET VOLDOENDE?


Is de Bijbel alleen voldoende? Dit is natuurlijk waar. Maar niet ieder heeft de bekwaamheid om de diepten van de Bijbel te doorgron- den of de morele heerlijkheden te verstaan. Vast en zeker zal de Geest van God ons voeden in de groene weiden van de Heilige Schrift, als wij niet kunnen beschikken over de mondelinge of schriftelijke dienst. Maar wie zal ontkennen dat de geschriften van de dienst- knechten van God door de Heilige Geest gebruikt worden om de kinde- ren van God op te bouwen op hun allerheiligst geloof? De Heilige Geest maakt gebruik van de mondelinge en de schriftelijke dienst van Zijn dienstknechten, om de zielen te zegeningen en de waarheid te verspreiden. Ik ben van mening dat iemand een ernstige vergis- sing begaat als hij de schriftelijke dienst verachte. Het is me trouwens vaak opgevallen, dat iemand die de hulp van menselijke geschriften afwijst, daardoor bekrompen, onvolwassen in het geloof en heel eenzijdig wordt. Dat valt ook te verwachten, omdat zo iemand de Goddelijke manier van het onderwijzen van Zijn kinderen verwaarloost. Wij mogen ook hierin elkaar toe een hand en een voet zijn.

U.H.W.D.W. MEI 1989