LIEDEREN
(niveau smartlap)
KLOTENLIED (B. Verluppelen) De tulpen in mijn vaas staan vol te bloeien De rozen in mijn perk zijn prachtig rood Kijk al die mussen in 't fonteintje lekker stoeien 't Liefst was ik voor twaalven nog morsdood De poes zit lief te spelen met een knotje De lucht is blauw, de zon schijnt lustig door Een eekhoorn in de boom, o wat een dotje Waar doe ik het toch allemaal nog voor? Waarom ben je van me heengegaan? Waarom heb je me hier laten staan? En rijmen kan ik ook al niet Dit wordt alweer een klotenlied Straks is er helemaal geen zak meer aan De buurvrouw drinkt gezellig een kop koffie De buurman maait met veel plezier het gras Geen kreukje in zijn hele dure kloffie O ik wou dat ik er niet meer was Mijn limonade is ontzettend lekker Het tuinhek kan niet witter dan het is En ik, ik word hoe langer hoe gekker Omdat ik je zo belachelijk veel mis Waarom ben je van me heengegaan? Waarom heb je me hier laten staan? Zingen kan ik ook al niet Dit wordt alweer een klotenlied Straks is er helemaal geen zak meer aan ... Maar ik hou zo veel van jou! Ik kijk je op de foto in je ogen Zo liefdevol staan wij daar voor ons huis Als ik je ooit nog één keer zien zou mogen Schopte ik je ongenadig in je kruis Waarom ben je van me heengegaan? Waarom heb je me hier laten staan? Schrijven kan ik ook al niet Dit was dus weer een klotenlied Nu is er überhaupt geen zak meer aan... Waarom ben je van me weggegaan? © 1998 Candyland / De Verbaasde Komkommer, Amsterdam +-+ WAS IK JE BROMMER MAAR (B. Verluppelen) 't Was op een grijze woensdagmorgen Je stond daar met een pizza in je hand Je moest dat kreng nog helemaal bezorgen In d’een of and’re uithoek van het land Ik zag je staan met tranen in je ogen In dubio of jij nu wel moest gaan Ik wilde al die pareltjes wel drogen Maar jij wist toen nog niet van mijn bestaan Je schudde je hoofd Toen besteeg je je brommer En toen reed je er op weg... Was ik je brommer maar Met de wind door je haar En een kromming in je tenen Mijn zadel tussen je benen Ik wil je brommer zijn Scheuren we samen zo fijn Keihard onderweg naar morgen En een leven zonder zorgen Een poos later kwam je terug met blauwe wangen Snotterend en rillend van de kou Maar niet slechts door de kou was jij bevangen Je huilde omdat niemand jouw pizza wou Ik vond je zo zielig en wilde je graag warmen Maar je legde je er niet zomaar bij neer Dus in plaats van liggen in mijn hete armen Vertrok je, en dat deed mij zo vreeslijk zeer Je schudde je hoofd Toen besteeg je je brommer En toen reed je er op weg... Was ik je brommer maar Met de wind door je haar En een kromming in je tenen Mijn zadel tussen je benen Ik wil je brommer zijn Langs de onderbroken lijn Scheuren wij keihard naar morgen En een leven zonder zorgen Ik zag je gisteren nog rijden op die bromfiets Ik wierp me voor je wielen heel devoot Je remde niet op tijd, je schrok en zei niets Want je zag me morsdood liggen in de goot Je schudde je hoofd Toen besteeg je je brommer En toen reed je er op weg... Was ik je brommer maar Met de wind door je haar En een kromming in je tenen Mijn zadel tussen je benen Ik wou je brommer zijn Dat leek me heel erg fijn Vernielden wij op weg naar morgen Een leven vol met zorgen © 1998 Candyland / De Verbaasde Komkommer, Amsterdam +-+ VINCENT (B. Verluppelen) Je klopte bij me aan En ik zei binnen Ik dacht heb ik dat 't Is nu al zo laat Je keek me aan, vroeg Waar zal ik beginnen En ik zei knul Hou op met dat geblaat Kom zitten op m’n schoot En droog je tranen Het maakt niet uit Wat jou nou bezighoudt 't Is al de achtste keer Dat ik je moet vermanen Hou nou toch op Want ik krijg het van jou zo benauwd Rot eindelijk eens op met al je zorgen Je problemen komen mij de strot nu uit Blijf bij me weg of jij haalt niet de morgen Ik ben het zo zat want je interesseert me geen fluit Je zei luister naar mij Of ik pleeg zelfmoord Ik riep donder op 't Boeit me echt geen moer Toen schreeuwde je Ik wil dat je me aanhoort En ik krijste ga weg nu Want ik vind je een lompe boer Rot eindelijk eens op met al je zorgen Je problemen komen mij de strot nu uit Blijf bij me weg of jij haalt niet de morgen Ik ben het zo zat want je interesseert me geen fluit Nu ben je dood Ik heb geen last meer van je Ik voel me blij Bevrijd van je gezeik Dat graf van jou Een steentje zonder franje Ik dans erop Want ik kreeg zo geweldig gelijk Ik zei toch... Rot eindelijk eens op met al je zorgen Je problemen komen mij de strot nu uit Blijf bij me weg of jij haalt niet de morgen Ik ben het zo zat want je interesseert me geen fluit Lalala lala... © 1998 Candyland / De Verbaasde Komkommer, Amsterdam +-+