THEO THIJSSEN BULLETIN 7

Jordanese bedrijvigheid in het Theo Thijssen Museum
Tentoonstelling februari-september 1998 september

De latere schrijver, onderwijzer, vakbondsman en politicus Theo Thijssen (1879-1943) groeide op in de Jordaan. Hij woonde er (een jaar in de Runstraat en twee maanden in de Frans Halsstraat even daargelaten) tot 1894, toen hij als vijftienjarige naar de kweekschool (= pabo) in Haarlem ging. Terug in Amsterdam (1898) werd hij onderwijzer in Amsterdam-Oost. Hij woonde sindsdien in (Oud-)West en vanaf 1912 in de Transvaalbuurt en (na 1937) de Watergraafsmeer. Maar de Jordaan verdween niet uit zijn gedachten. De buurt van zijn jeugd speelt een prominente rol in een paar van zijn romans (Kees de jongen, Het taaie ongerief, het kinderboek Jongensdagen) en zijn echte jeugdherinneringen In de ochtend van het leven.

De Jordaan van Theo Thijssen, eind vorige eeuw, was niet alleen een buurt voor handarbeiders in loondienst (pakhuisknechten, timmermansknechten, koffieleesters, havenarbeiders), maar ook voor talloze kleine middenstanders. Thijssens eigen vader was schoenmaker en -winkelier in de Eerste Leliedwarsstraat. Theo (Do) werd geboren op nummer 16, waar nu het Theo Thijssen Museum gevestigd is. Daar was tot 27 september 1998 een tijdelijke expositie te zien die een schilderachtig beeld geeft van de vele winkels en andere kleine bedrijfjes in de Jordaan aan het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. De expositie werd op zaterdag 24 januari 1998 geopend door prof.dr. Willem Heinemeijer, oud-hoogleraar sociale geografie en groot Amsterdam-kenner.

Bedenkelijke reputatie
In Thijssens jeugd had de Jordaan zeker nog geen romantisch imago. De 'Jordaan-mythe' groeide pas sinds omstreeks 1910, vooral door Is. Querido's romancyclus De Jordaan, films als 'De Jantjes' en 'Bleeke Bet' en – na de oorlog – de smartlappen van Johnny Jordaan. De jonge Thijssen schaamde zich nog voor zijn buurt: "Die Jordaan heeft altijd een nogal bedenkelijke reputatie gehad; en als men mij vroeg bij het vernemen van mijn adres: 'Is dat niet in de Jordaan?'– dan zei ik altijd ontwijkend: 'Och, Jordaan, Jordaan, ja, je kan het Jordaan noemen, maar het is eigenlijk geen Jordaan.' Ik bedoelde dan zo ongeveer: de buurt waar ik woon, is veel netter en fatsoenlijker dan de Jordaan waar iedereen van gehoord heeft" De Jordaan was destijds de dichtstbevolkte buurt van Amsterdam. In 1889 (toen Theo tien was; ook de periode waarin zijn roman Kees de jongen speelt) woonden er ruim 50.000 mensen (750 per hectare), in 1899 al 70.000. Nu wonen er nog maar 14.000. Veel Jordanezen werkten in de haven, in de bouw of op een van de vele suikerraffinaderijen in de Jordaan. Maar er waren ook veel winkels (vooral in de dwarsstraten en in de Nieuwe Leliestraat, 'de Kalverstraat van de Jordaan') en werkplaatsen: schoenmakerijen, drukkerijen, loodgieterijen, smederijen en kleermakerijen. In het laatste geval ging het vooral om 'huiskleermakers', die thuis op de kleermakerstafel de bestellingen voor particulieren en grote confectiemagazijnen afwerkten. Zoals kleermaker Kraak in de Tuinstraat, uit Kees de Jongen. Op straat vond je venters, garnalenpelsters, scharensliepen, ijscomannen en vanaf ongeveer 1910 ook orgeldraaiers. En Kikkie de Bruggetrekker natuurlijk, die zwaarbeladen karren over hoge bruggen trok. Zijn favoriete plek was de Reesluis, tegenover de straat van Rosa Overbeek. Op de tentoonstelling waren veel prachtige foto's te zien van de Jordaan rond 1900, de meeste afkomstig uit het Amsterdamse Gemeentearchief, en schitterende oude prentbriefkaarten, uitgeleend door antiquaar Louis Putman. Ook was er een werkbank met oud schoenmakersgereedschap te zien, om weer iets op te roepen van de sfeer van de schoenmakerij van vader Thijssen (met dank aan het Schoenenmuseum in Waalwijk). Bovendien lieten we zien welke winkels en bedrijfjes allemaal te vinden waren in de Eerste Leliedwarstraat anno 1888/1889, het laatste jaar dat de familie Thijssen in deze straat woonde. Theo Thijssen beschreef een aantal van hen in zijn jeugdherinneringen In de ochtend van het leven, zoals bakker Schlömann, boter-en-kaasboer Papavoine, kruidenier Buijs, slager Riet, die omkwam bij het Palingoproer --, tapper Groen, bakker Kennedy. Overigens is die bakkerij op de hoek van de Leliestraat nog steeds een bakkerij en is de tapperij daartegenover nu café De Reiger.

De tentoonstelling werd samengesteld door Wieneke 't Hoen en Hinke Brinkman, conservator en assistent-conservator van het Theo Thijssen Museum.

Het museum is open van donderdag tot en met zondag, 12.00-17.00 uur. Vanaf mei worden iedere zondagmiddag (13.00-15.00 uur) en op afspraak begeleide wandelingen georganiseerd door de Jordaan van Thijssens jeugd. Voor meer informatie: Theo Thijssen Museum, Eerste Leliedwarsstraat 16, 1015 TA Amsterdam, of Peter-Paul de Baar (Ons Amsterdam), tel. 5518 587.


Theo Thijssen Museum: homepage
About the Jordaan: famous quarter of Amsterdam
Ons Amsterdam: maandblad over de geschiedenis van Amsterdam

Theo Thijssen Museum: Homepage