De hengel die we voor het bootvissen op gul gebruiken is er één die een behoorlijk loodgewicht kan hebben. Een hengel met een maximaal werpgewicht van 175 gram, is toch wel de ondergrens. Het werpgewicht dat we gebruiken zal vaak zo rond deze 175 gram liggen, zodat een wat zwaardere hengel ook niet zal misstaan. Dit gewicht hebben we nodig omdat er op de plaats waar we vissen vaak pittig stroomt. U zult wel merken dat deze 175 gram af en toe te licht is en we naar een loodje van 200 of nog zwaarder moeten grijpen. Gebruik in ieder geval stevige ankers.

Deze zware gewichten hebben we nodig, omdat het aas zo dicht mogelijk tegen de bodem moet worden aangeboden. Dat lukt echt niet met een loodje van 50 gram. Ook de manier van werpen speelt hier een grote rol. Werp zo ver als mogelijk is, naar het anker van de boot. Dit is namelijk de richting waar de stroom vandaan komt. U werpt dus tegen de stroom in. De onderlijn, en daarmee het aas, zal door de stroom beter tegen de grond worden gedrukt. Werp in ieder geval nooit de andere kant op. Dus nooit richting de achterkant van de boot werpen. Tenzij u uzelf en uw buren een paar uurtjes pret wilt bezorgen in de vorm van het ontwarren van de lijnen.

Als het erg druk is aan boord, zit er vaak niets anders op dan recht naar voren te werpen of een beetje schuin tegen de stroom in. In dat geval zal vaak wat zwaarder lood moeten worden gebruikt. Let er vóór het vissen op, dat uw naaste buren lood gebruiken dat zwaar genoeg is. Vooral beginnende bootvissers willen weleens denken dat een loodje van bijvoorbeeld 125 gram al erg zwaar is. Vooral wanneer het pittig stroomt, kan dit te lichte loodgewicht veel narigheid geven. Uiteraard niet alleen voor uw buren, maar ook voor u en de andere sportvissers. Maak er in dat geval voor uw buren een leerzame dag van, door er op te wijzen dat ze met te licht lood vissen.

	Om verder te gaan met Bootvissen op gul.
	Om naar de Inhoudspagina te gaan.
	Om naar de Homepage te gaan.