Vandaag waren we op stap in onze thuishaven: het Drongengoedbos (meer bepaald op Maldegems grondgebied). Het bleek een vruchtbare namiddag te zijn want dankzij de determinaties van Ruben werden er 46 soorten zwammen waargenomen en bovendien enkele die we voorheen niet kenden en die ook vrij zeldzaam blijken te zijn.

Er werden heel wat typische voorjaarssoorten gevonden. Bokaalkluifzwam (Helvella acetabulum) maar vooral Grote schotelkluifzwam (Helvella queletii). Deze laatste hebben we misschien ooit wel al gezien maar zeker niet in zulke aantallen, honderden allicht. Toch kijkt men er zo overheen omdat ze zo goed gecamoufleerd in de strooisellaag van populieren groeien. 
 

Beekmijtertje (Mitrula paludosa) hebben we vorig jaar reeds gezien, maar nu stonden er wel 100 in de eerste populatie tegen de Drongengoedweg. In totaal hebben we 4 populaties gezien waarvan de drie laatste met slechts enkele exemplaren. Deze soort is in het Drongengoed tegenwoordig goed vertegenwoordigd, gezien dat er de laatste jaren op diverse plaatsen waarnemingen zijn. Toch is het een zeldzame soort doordat zijn biotoop (onvervuilde brongebieden) stilaan verdwijnt. Dit zwammetje komt voor op onder water liggende bladeren van eik, maar ook op dennennaalden.
Waterknoopje () komt voor op houtstukjes in een gelijkaardig biotoop van natte plaatsen, vaak tussen mos. Aanwezig in geringe aantallen. Gericht zoeken zou zeker meer waarnemingen opleveren van dit kleinood.

Bittere dennenkegelzwam (Strobilurus tenacellus) werd gevonden op vergraven kegels van grove den. Ook vonden we terug de Korrelige hertetruffel (Elaphomyces granulatus). Er waren meerdere putjes van door eekhoorn uitgegraven hertetruffels te zien. Volgens Ruben is deze soort allicht alom tegenwoordig wat blijkt uit onderzochte maag- en darminhoud van dode eekhoorns.

We vonden ook enkele Slijmsteelmycena's (Mycena rorida) en Oranje dwergmycena's (Mycena acicula).

Het Ruitsporig kaalkopje (Psilocybe phyllogena) is een zeldzame soort die op houtresten van loofbomen groeit. Deze soort gelijkt op Galerina's en is allicht enkel microscopisch te determineren. Op beukennapjes stond naast Beukendopgeweizwam (Xylaria carpophila) ook Gewoon franjekelkje (Lachnum virgineum) en het vrij zeldzame Donkerharig franjekelkje (Brunnipila fuscescens). Die soort heeft lange bruine haren op de buitenzijde. Een andere varieteit groeit op bladeren van eik en beuk.

Een leuke vondst was ook Zwarte braamroest (Phragmidium violaceum) op groene stengels van bramen.

Het Donker eikenbladzwammetje (Collybia ocior) zagen we hier voor het eerst in grote aantallen.

De Peksteel (Polyporus badius) werd ook waargenomen, maar enkele dagen later bij een tweede bezoek aan dezelfde biotoop werd ook de Voorjaarshoutzwam (Polyporus ciliatus) aangetroffen.

Toen werd ook de Vroege leemhoed (Agrocybe praecox) gezien.

Enkele soorten zijn niet op naam gezet wegens gebrek aan tijd, zo ook een roodbruine franjehoed bij gebrek aan afbeelding en bijhorende microscopie. Ruben heeft wel nog een zwammetje op naam gebracht dat wel eens nieuw voor Vlaanderen kan zijn. Hypholoma-achtig ding gevonden op een bospad bleek een Pholiota mixta (Bospadbundelzwam) te zijn.

[ Start ] [ Omhoog ]

U kunt een e-mailbericht met vragen of opmerkingen over deze website verzenden aan schoonackersmarc@freegates.be.
Copyright © 2002 Paddestoelenwerkgroep NatuurPunt Meetjesland
Laatst bijgewerkt: 05 March 2005