Oorlog in Nederland
Oorlog
in Nederlandse woonwijken. Aan de ene kant kant
guerilla-strijders, vooral jongeren,
die de Nederlandse woonwijken terroriseren. Aan de andere kant
het gemeentebestuur, dat
een officiële oorlogsverklaring heeft afgegeven. De wapens van
de opstandelingen: strijkers,
mortieren en Chinese rollen. Die van de overheidstroepen: undercovers
, alternatieve straffen
en geldboetes. Inzet van de bikkelharde strijd: de macht om de
wetgeving over vuurwerk.
Dat
de strijd geheel underground is blijkt wel omdat men
alleen in de maand December iets merkt van
de strijd. Dan plegen de guerilla's diep in de buitenwijken van
steden weer aanslagen op een afvalbak of
brievenbus. En de overheidstroepen kunnen vaak niet meer doen dan
toekijken. De opstandelingen wil-
len dat het vuurwerk dat nu illegaal is, legaal word. 'We betalen
met dezelfde munt als de Belgen, we
spreken dezelfde taal, we hebben geen grenzen meer maar dezelfde
regels voor vuurwerk is onaccep-
tabel?' vraagt een woedende guerilla zichzelf af. De met vuurwerk
bewapende jongeren denken dat het
verbieden van vuurwerk uit België voor sommige slechts als olie
op het vuur werkt: 'Kijk, ze willen de
gemeente en aanverwanten alleen maar laten merken dat wij ons
niet laten tegenhouden door de wet.
Dan gaan ze opzettelijk dingen opblazen, zoals afvalbakken en
brievenbussen om te laten merken dat
het ondanks het Nederlandse beleid geen enkel probleem is om
eraan te komen. Pas als het vuurwerk
legaal is in Nederland zullen er alleen nog dingen uit
nieuwschierigheid en baldadigheid worden opge-
blazen'. En dat het de guerilla's ook dit jaar weer niet ontbrak
aan het nodige illegale vuurwerk bleek
wel toen de PTT de rekening gepresenteerd kreeg; er was voor
900.000 gulden aan rode bussen ver-
nield. Dat zijn precies 430 brievenbussen, terwijl het de
jaarwisseling ervoor nog 286 waren.
Maar
ook de gemeente zit niet stil. De opstand begint uit de hand te
lopen. De guerilla's, die veilig
vanuit de woonwijken opereren, moeten met harde hand worden
aangepakt. 'Het aantal slachtoffers
van vuurwerk begint langzaam maar zeker af te nemen. En dat
willen we graag zo houden, dus is
het onverantwoordelijk om ware explosieven ineens te gaan
legalizeren' aldus de overheid. Met de
ideële reclame campagnes van SIRE probeert men de jongere
generatie onder de guerilla's af te
schrikken. 'Want bij de ouderen zullen we wel nooit doordringen'
zegt een strijder die de wet pro-
beert te handhaven. Ook Bureau HALT houdt zich fanatiek bezig met
de ondergrondse scene van
het illegale vuurwerk. Jongeren onder de 18 die op heterdaad zijn
betrapt kunnen kiezen tussen een
strafblad en een alternatieve straf bij Bureau HALT. 'Negen op de
tien gevallen gaat dan naar HALT'
zegt het Bureau. Tenslotte worden verkopers van vuurwerk in
België geschaduwd door Nederlandse
agenten. Zodra de agenten in burger een Nederlandse klant zien
wegrijden met illegaal vuurwerk
worden de collega's in Nederland gewaarschuwd en word de koper
van het vuurwerk bij de grens
opgewacht.
Een klein succesje van de overheidstroepen: een
vangst van 22 illegale betonstrijkers
De
guerilla's intussen, bereiden zich alweer voor op het hoogtepunt
van hun heilige oorlog, de maand
December. Dan viert het kat-en-muis-spelletje namelijk
hoogtijdagen. De guerilla's komen de 29ste
definitief uit hun schuilplaats. Dan terroriseren ze de wijk weer
drie dagen lang, terwijl ze op de hielen
worden gezeten door de overheidstroepen. 'We gaan net zo lang
door tot ik hier zonder problemen
met een Chinese Vlinder kan rondlopen' klinkt het strijdlustig
vanuit het guerilla-kamp. Het einde van
de strijd is nog lang niet in zicht dus, en tot die tijd, blijft
oorlogsslachtoffer PTT genoodzaakt om hun
rode brievenbussen goed dicht te plakken of te verwijderen.