Door Dr David Maasbach
Dikwijls had Jezus Zijn discipelen gewezen op de noodzaak van de kracht van de Heilige Geest. Aan het eind van Lucas 24 staat dat Jezus de Zijnen onderrichtte dat ze in Zijn Naam bekering en vergeving van zonden moesten prediken onder alle volkeren; maar Hij voegde eraan toe dat ze moesten wachten in Jeruzalem totdat ze waren bekleed met kracht uit de hoge. In Joh. 16 zei Jezus tot hen dat Hij zou heengaan tot Hem, die Hem gezonden had en dat dit nodig was, omdat anders de Trooster, de Heilige Geest, niet tot hen zou kunnen komen. Jezus zei:
"Indien Ik heenga, zal Ik Hem (de Heilige Geest)
tot u zenden. En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel. Hij, de Geest der waarheid, zal u de weg wijzen tot de volle waarheid, en de toekomst zal Hij u verkondigen en Hij zal Mij verheerlijken".
Er zijn twee dingen nodig om met Christus overwinnaar te kunnen zijn, namelijk geloof en Zijn goddelijke kracht. Zonder deze zullen wij altijd de nederlaag lijden. Jezus sprak:"Zonder Mij kunt ge niets doen".
Petrus was drie jaar lang op de beste bijbelschool geweest. Hij genoot persoonlijk onderwijs van Jezus Zelf Petrus voelde zich dan ook "een hele Pief', nadat hij drie jaar met Jezus was geweest. Jezus wist echter wat in de mens was en zei tegen hem op de avond voordat Hij Zich gevangen liet nemen:
"Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoude. En gij, als gij eenmaal tot bekering gekomen zijt,
versterk dan uw broeders". Petrus, die op zichzelf vertrouwde, sprak:
"Here, met U ben ik bereid ook gevangenis en dood in te gaan!"
Dit meende Petrus oprecht. Maar Jezus had geen vertrouwen in de mens zonder de Heilige Geest, ook al
was deze een van zijn meest geliefde discipelen. Hij zei: "Ik zeg u, Petrus, de haan zal heden niet kraaien eer gij driemaal zult geloochend hebben, dat gij Mij kent". Deze ervaring was voor de overmoedige Petrus een goede les. Wat heeft hij geweend en zich geschaamd, vooral toen Jezus met het hanegekraai Zich speciaal omkeerde om Petrus met liefdevolle ogen overtuigend aan te zien. Hoe wonderbaar, dat de Heiland de Vader gebeden had dat hun geloof niet zou ophouden.
BEKERING VAN HET "EIGEN IK"
Toen de Heer zei in Lucas 22:32:
"als gij eenmaal tot bekering gekomen zijt" sprak Hij niet over de bekering van een zondaar tot God. Want in die zin was Petrus al een bekeerd gelovige. Hij was een godsdienstig man. Neen, Jezus sprak hier over de bekering van het zelf-leven - het eigen ik - van Petrus. Deze bekering geschiedt niet door menselijke kracht of geweld, maar door Zijn Geest. Ook de andere discipelen waren gevlucht en tot zelfkennis gekomen. Toen ze in de bovenzaal te Jeruzalem vergaderd waren, wachtten zij op de belofte van de Vader, de kracht van de Heilige Geest, welke Jezus hun beloofd had. Hun zelfkennis had hen tot diepe verootmoediging gebracht alsook tot een grote afhankelijkheid van Jezus. De discipelen gingen, nadat ze Jezus naar de hemel hadden zien opvaren,
er niet meteen op uit om het evangelisatiewerk van Jezus voort te zetten. Neen, zij bleven op de knieën om goddelijke kracht te ontvangen. En op de dag van Pinksteren werden zij allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken met andere talen, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken (Hand. 2). Op die dag zien wij een heel andere Petrus tevoorschijn treden. Allen die vervuld werden met de Heilige Geest waren anders dan tevoren. Onbevreesd, vol van kracht, met een bewogenheid voor zielen, spraken zij met nieuwe tongen en een grote menigte mensen kwam tot bekering en er geschiedden vele wonderen en tekenen door de discipelen! Hoe dwaas is het te denken dat een christen het wel zonder de doop met de Heilige Geest kan stellen. Als de discipelen deze doop nodig hadden voor hun bediening, ondanks hun school met Jezus, hoeveel te meer wij, die in de laatste dagen leven waarin satan rondgaat als een briesende leeuw. De dagen waarvan Jezus zegt dat er valse profeten zullen opstaan. Dagen, waarin satan ook de uitverkorenen zal proberen te verleiden. Velen zullen hierdoor afvallen van hun geloof in God.
DE HEILIGE GEEST WERD NIET ALLEEN OP DIE PINKSTERDAG UITGESTORT
In Handelingen 2:38 zegt Petrus ten éérste "Bekeert u";
ten tweede: "een ieder van u late zich dopen"
en ten derde: "en gij zult de gave van de Heilige Geest ontvangen". "Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal". Bekering, waterdoop, en de Heilige Geest - drie afzonderlijke dingen. Door gebrek aan kennis van de Schrift en verkeerd onderricht, denken sommige christenen, dat op de Pinksterdag de Heilige Geest eens voor altijd werd uitgestort. Maar dat is niet juist. In Hand. 8 lezen wij dat toen de mensen in Samaria Filippus, de evangelist, geloofden, zij zich lieten dopen, zowel mannen als vrouwen. Toen de apostelen dit hoorden zonden zij Petrus en Johannes, die deze mensen de handen oplegden voor de doop met de Heilige Geest, welke zij toen ontvingen. In Hand. 10 lezen wij over Cornelius, in wiens huis Petrus een huissamenkomst belegde op verzoek van Cornelius, die een openbaring van God had gehad. Cornelius was een godzalig man, een man van vasten en bidden (Hand. 10: 30 en 3 l). Maar toen Petrus sprak viel de Heilige Geest op allen, die het Woord hoorden (vers 44). Petrus en zij die bij hem waren verbaasden zich erover dat de gave van de Heilige Geest óók over de heidenen werd uitgestort. Hoe wisten ze dit? Hoe wisten ze dat de Heilige Geest op hen gevallen was? Zij hoorden hen spreken in nieuwe tongen en God grootmaken! Deze mensen waren niet eens in water gedoopt. Maar Petrus zei: "Zou iemand het water kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de Heilige Geest hebben ontvangen? En hij beval hen te dopen in de Naam van Jezus Christus ". In Hand. 19 (dus lange tijd na de Pinksterdag) lezen wij, dat Paulus aan een groepje christenen de vraag stelde: "Hebt gij de Heilige Geest ontvangen toen gij tot het geloof kwam?" Ze zeiden: "Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een Heilige Geest is". Paulus zei: "Waarin zijt gij dan gedoopt?" "In de doop van Johannes", was het antwoord. Toen doopte Paulus hen over in de Naam van de Here Jezus, en toen hij hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen en zij spraken in tongen en profeteerden (vers 5 en 6). Wij zien dus dat deze mensen waren 1e: bekeerd, 2e: gedoopt in water, en 3e: gedoopt in de Heilige Geest. De volgorde is altijd 1,2,3 of 1,3,2, zoals bij Cornelius. Het is mogelijk gedoopt te worden met de Heilige Geest alvorens te worden gedoopt in water, maar het is onmogelijk de Heilige Geest te ontvangen vóór de bekering. De doop met de Heilige Geest is de belofte van de Vader voor de wedergeboren mens.
BEKERING EN DOOP MET DE HEILIGE GEEST NIET HETZELFDE
Er zijn mensen die denken dat wij bij de bekering tevens de Heilige Geest ontvangen. In de Bijbel zien wij echter dat dit anders is. Bekering en Geestesdoop zijn twee aparte dingen, evenals de waterdoop anders is als de doop met de Heilige Geest. Ook in Hand. 2 zei Petrus: 1) bekeert u, 2) laat u dopen, en 3) wordt vervuld met de Heilige Geest. Natuurlijk is de bekering het werk van de Heilige Geest in ons hart. Het overtuigen van zonde is het werk van de Heilige Geest, maar overtuigd worden door Gods Geest is wat anders dan met Hem vervuld te worden. Laten wij over dit punt echter geen strijd voeren. Wanneer u meent bij uw bekering de Heilige Geest ontvangen te hebben spreekt u dan ook in nieuwe tongen, zoals wij dat vinden in de Bijbel? (Zie Hand. 2,8, 10 en 19). Heeft u zich ook laten onderdompelen in water, nadat u tot bekering kwam? Of denkt u dat dit tegenwoordig niet meer nodig is? Gods Woord is echter niet veranderd! Waarom niet een bijbelse bekering, een bijbelse doop in water, een bijbelse doop met de Heilige Geest en een bijbels
spreken in nieuwe tongen? Waarom zullen wij menen het met minder te kunnen stellen dan God ons geven wil? Het spreken in nieuwe tongen was voor de Eerste Gemeente het bewijs dat men de Heilige Geest ontvangen had. Waarom zullen ook wij dat bewijs niet aanvaarden? Een kwitantie is het bewijs voor zekerheid van ontvangst. Zo kunnen wij ook de nieuwe tongen zien als een bewijs van God gegeven voor de doop met de Heilige Geest. Natuurlijk is de tongentaal iets wonderbaars tot stichting van uzelf (1 Cor. 14:4) en indien er uitleg is, tot stichting van de gemeente (vers 5). Er zijn ook mensen die zich er als het ware op beroemen in tongen te kunnen spreken, terwijl wij geen vruchten van de Heilige Geest zien, die ze zeggen ontvangen te hebben. Welnu, zulk een kwitantie heeft weinig of geen waarde. Dan maar liever iemand die niet roemt: "ik spreek in tongen", maar in wiens leven de vrucht van het werk des Geestes te zien is. Maar het heerlijkste en belangrijkste is om alles te ontvangen wat God ons geven wil. Dus ook de tongentaal, welke op bijbelse wijze gebruikt dient te worden (1 Cor. 14:12).
Jezus legde in het geheel niet de nadruk op de tongentaal, maar wel hierop: "Gij zult kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over u komt". Vrienden, dat is hetgeen wij als christenen en Gemeente van Christus nodig hebben. Waar is de pinksterkracht van de Kerk van Christus? Waar is de kracht van de Heilige
Geest in ons leven?
|