Aannemen:ingaan op
een uitnodiging(invite) van partner om met enige overwaarde een manch/slem uit te
bieden.(Tegengestelde:Afwijzen)
Aansignaal:bijgespeelde
kaart(volgens afspraak een hoge,een lage of een oneven)die aangeeft dat de bezitter een
bepaalde kleur graag aan/doorgespeeld wil hebben.
(Tegengestelde:Afsignaal)
Achterhand:de
positie van de speler die in een bepaalde slag als laatste mag spelen. Een voordeel omdat
al drie keer is bij gespeeld en de slag meestal relatief goedkoop genomen kan worden.
Advance cuebid:controlebod
dat door de partner pas later als zodanig kan worden herkend.West weet pas 4 dat oost 3 niet bedoeld
heeft als eigen kleur of als stop in 3 Sa, maar als controlebod met een hartenfit.(Zie
voorbeeld)
West | Noord | Oost | Zuid |
1 | pas | 2 | pas |
3 | pas | 3* | pas |
3Sa | pas | 4 | pas |
* Advance cuebid de bieding word nu 4!!, na verder pas.
Afdraaien:uitspelen
van hoge of vrije kaarten in een kleur, meestal in de hoop dat de tegenstander in afgooi
problemen komt.
Alerteren:tegenpartij
attenderen(met een blauw kaartje uit de bidding box of door een tik op de tafel) op
onverwachte, niet per sé onnatuurlijke betekenis van bod van partner. Sommige
niet-natuurlijke biedingen zijn vrijgesteld van alerteren:Stayman, Jacoby transfer(2/3,
2/3) na een
1/2Sa-opening.
Appeal:protest bij
hogere instantie tegen beslissing van de arbiter.
Bakkleur:een voor
de tegenpartij verborgen gehouden lange kleur die naast de troefkleur ook voor de nodige
slagen kan zorgen.
Balancen(beschermen):het bieden openhouden,
meestal gebaseerd op puntenkracht die partner verondersteld wordt te hebben.
Barometer:een
wedstrijd waarbij alle paren per ronde dezelfde spellen spelen. Na afloop van de ronde kan
dan direct de uitslag bekend worden gemaakt.
Barrage(ook
preëmptief bod):een sprongbod(opening, antwoord of volgbod) op een lange kleur en weinig
honneurkracht dat veel biedruimte wegneemt. De tegenpartij wordt daardoor gehinderd in het
vinden van het juiste contract.
Beul(ook: beuk, bunker, dijk, loei, kanon,
os, wereldkaart):enorm sterke hand.Tegengestelde: Rag)
Biedplicht:een situatie waarin niet gepast mag
worden. Zoals in een mancheforcing situatie of na een informatiedoublet van partner, als
antwoorder onvoldoende kracht in de geopende kleur heeft voor een "strafpas".
Biedruimte:aantal
biedingen dat beschikbaar is om tot het juiste contract te komen. Met een barrage of
preëmptief bod kan de tegenpartij veel biedruimte wegnemen.
Blokkade:situatie
waarin de kaarten van de kleur zo verdeeld zijn dat de slagen in die kleur niet achter
elkaar opgeraapt kunnen worden. Voorbeeld :
AHV32
10987
Hef de blokkade op door b.v. een harten van oost af te gooien op een andere kleur
Canapé:(meestal)
manier van het bieden waarbij de 4-kaart in de hoge kleur voorrang krijgt boven een
5-laag.
Carry-over:deel
van de score die wordt meegenomen naar de volgende ronde.
Claim:woord of
gebaar van een speler waarmee hij stelt dat verder spelen zinloos is. De verdeling van de
resterende slagen ligt volgens hem vast.
Communicatie:mogelijkheid
om tijdens het afspel de ene of andere hand van een partij aan slag te brengen.
Controlebod:bod
in een kleur,anders dan de vastgestelde troefkleur, om aan te geven dat in die kleur het
aas of een renoce(eerste controle), de heer of een singleton(tweede controle) aanwezig is
Conventie:bod
dat geen informatie geeft over de geboden kleur, maar volgens afspraak van een paar iets
specifieks aangeeftof naar iets specifieks vraagt.
Cross-ruff:(heen
en weer troeven):speelwijze waarbij de leider slagen maakt door over en weer in te
troeven. Natuurlijk kunnen de tegenspelers dat ook.
Cuebid:bod in
de kleur van de tegenpartij.Meestal om naar een stop te vragen of om het bieden aan de
gang te houden.Soms wordt het ook een controlebod genoemd(zie boven).
Datumscore:gemiddelde
NZ over de gehele zaal.In een butlerwedstrijd vergelijkt ieder paar zijn score met de
datumscore, net als in een viertallenwedstrijd in MP
Distributiepunten:punten die bij de honneurpunten mogen worden geteld als er een fit
gevonden is,bijvoorbeeld een singleton,renoce of een 2e kleur.
Double dummy:met
alle handen open.Soms is door de bieding en de al gespeelde kaarten duidelijk hoe de
resterende kaarten zitten. Dan kan de leider of tegenspeler double dummy spelen.
Dubbelerenoce:kleur
naast de troefkleur zowel de leider als de dummy geen kaarten meer heeft.Spelen in de
dubbelrenoce kost meestal een slag omdat de leider in de ene hand kan troeven en in de
andere hand een vuiltje kan weg gooien.
Dummy reversal:speelwijze
waarbij de leider de dummy hoog speelt en in het algemeen zijn lengte in troef om
introevers te maken.De troeven worden later getrokken met de troeven van deaanvankelijke
korte kant.
Dupliceren:van
een bepaald spel een duplicaat maken voor het gemak van de spelers. Ook:handen tegenover
elkaar die dezelfde verdeling hebben en dus aftroefwaarde missen.
Dwangpositie:situatie
waarin een speler gedwongen wordt een vitale hoge kaart bij te spelen zodat de tegenpartij
ten minste één slag meer maakt.