Voorwoord
Brandweerlieden werden en worden beschouwd als kloeke en
onvervaarde mannen die geen gevaar vrezen.
Al is dit waar voor velen, toch zijn er evenzeer die na
sommige interventies met een onbehaaglijk gevoel, meestal
een gevoel van onmacht of zelfs een schuldgevoel, blijven
zitten.
Een goed gesprek, de spreekwoordelijke schouder van een
collega, partner of overste kan dan een goede oplossing
zijn.
In ons korps zijn er eveneens collega's die zich voor
deze "opvang' extra willen inzetten : ons
"Firefighter Stress Team' !
Hun opdracht is collega's opvangen en begeleiden na een
zware interventie.
Alhoewel geen verplichting, zeker een verlichting !
Kapt. L. Wielockx
Dienstchef
|
INLEIDING
"Ik voel me prima als brandweerman, ...
maar soms is het teveel "
De tijd dat er met paard en kar werd gewerkt en de mensen
nog een hele avond keuvelden over de gebeurtenissen van
die dag is voorgoed voorbij. De auto's rijden sneller, de
ongevallen zijn tragischer. Huizen zijn groter geworden,
de vuurhaarden vragen een andere, technischere aanpak. De
menselijke gevoelens blijven echter dezelfde. Er is zelfs
een hoop stress bijgekomen. Gewoon omdat we na een
interventie geen tijd meer nemen om stoom af te blazen.
Ongeacht het soort interventie, moeten alle inspanningen
geleverd worden in een korte periode van uiterst fysieke
en mentale concentratie. Soms zelfs op een moment dat je
lichaam moe is.
Er zijn interventies die in je achterhoofd blijven
hangen, waar je misschien 's nachts over droomt, of die
je tijdens de dag even door het hoofd flitsen.
Bijvoorbeeld het gehuil van een baby, de aanblik van een
verminkt slachtoffer na een ongeval, of de verbrande
persoon die je uit een brandend huis haalt en waarvan je
weet dat hij waarschijnlijk de volgende avond niet haalt.
Het zijn allemaal dingen die ook bij jou stress kunnen
opbouwen en je een beetje een angstgevoel kunnen geven
voor een volgende gelijkaardige interventie.
Zit je met zo'n gevoelens, weet dan dat je hierover kan
praten met iemand van het FiST (Firefighter Stress Team),
in alle discretie. Want een ding is zeker : geen enkele
brandweerman, brandweervrouw of ambulancier is van beton.
Er is dus ook geen enkele reden om over dit onderwerp te
zwijgen. Door er helemaal niet over te praten wordt er
niets opgelost. Je kan pas afstand nemen van een
schokkende gebeurtenis en de bijhorende emoties door stil
te staan bij de gebeurtenis, de pijn en het verdriet er
rond te confronteren en erover te praten. Door de emoties
stukje bij beetje toe te laten kan je het gebeurde
doorwerken. Collega's en familieleden moeten daar dan wel
voor open staan.
Als een collega bezorgd vraagt hoe het gaat, je ernstig
neemt en naar je wil luisteren, kan je dat een goed en
warm gevoel geven. Hetzelfde geldt thuis, soms tot weken
of maanden na die zware interventie. Geef hen die je
dierbaar zijn echter wel de kans om je te steunen. De
waarde van echte aandacht wordt wel eens onderschat : je
hebt eerder de neiging je alleen in een hoekje terug te
trekken en al je gevoelens weg te drukken. Maar denk
erom, op lange termijn helpt dit je niet vooruit. De tijd
alleen heelt niets !
Collega's-lotgenoten kunnen voor elkaar veel betekenen
als het gaat om het doorwerken van een emotioneel
aangrijpende interventie ! Vaak is professionele hulp
overbodig op voorwaarde dat er een goede opvang is van de
chef, collega's, lotgenoten en naaste familie. Het is
deze opvang die de FiST wil verzorgen na een zware
interventie, en dit alles in een vrijwillig kader, niets
is verplicht.
Deze brochure zal zich richten op de hulpverlening door
non-professionals.
Eveneens is deze brochure een praktische handleiding voor
zelfhulp bij de brandweer. Ze omvat o.a. de
gebeurtenissen die trauma's kunnen veroorzaken en een
inventaris van de erbij horende mogelijke normale
reacties op abnormale situaties.
|
Welke gebeurtenissen
kunnen als emotioneel schokkend ervaren worden ?
de dood van een collega
het zelf veroorzaken van een ongeval tijdens de
interventie
het zien van een dood kind
het zien van een dode die men kent
een ernstig letsel bij een collega
een ernstig letsel bij een kind
een mislukte reddingspoging
een ernstig letsel bij een bekende
een ernstig letsel bij zichzelf
het overlijden van een slachtoffer tijdens de
interventie
het bergen van een lijk
het redden van een verminkt of zwaarverbrand
slachtoffer
Natuurlijk zijn er nog andere gebeurtenissen die indruk
maken en is dit slechts een onvolledige en willekeurige
opsomming van mogelijke situaties waarin we als
hulpverlener terecht kunnen komen.
In het algemeen zijn ongevallen waarbij kinderen
betrokken zijn, het meest schokkend omdat bij vele
hulpverleners de identificatie riskeert te groot te
worden aangezien velen onder hen zelf een gezin hebben.
Het lijkt alsof men zijn eigen kind ziet.
Er bestaat geen regel om te zeggen wat wel of niet als
schokkend ervaren wordt, maar laat ons stellen dat we ons
bijna elk ongeval of grote brand met slachtoffers of
doden goed kunnen herinneren.
|
Traumatische Stress
Tijdens een interventie kan het gebeuren, hoe goed je ook
opgeleid, gemotiveerd en voorbereid bent, dat je
geconfronteerd wordt met een schokkende of pijnlijke
gebeurtenis. Deze situatie kan aanleiding geven tot een
hevige reactie bij jezelf of bij een collega. Deze
gebeurtenis voldoet meestal aan de volgende vereisten :
ze is eenmalig, plots en onverwacht
ze roept een angstgevoel op
je stond volledig machteloos
ze heeft de dood of een zware handicap tot gevolg
Wanneer aan deze vereisten is voidaan, spreekt men van
een Critical Incident.
Wees niet verwonderd dat je na een dergelijke ervaring
veranderingen bij jezelf of bij je collega's ontdekt. Dit
is heel normaal. Voor de verwerking van deze emoties zal
in 80 % van de gevallen weinig of geen hulp nodig zijn,
het duurt enkele dagen. Dit gebeurt mede door de steun
van collega's, familie en vrienden, waar je met je
verhaal terecht kan. In de andere 20 % van de gevallen
zal de verwerking langer duren en eventueel later
uitlopen op chronische problemen. Deze 20 % kan men
drastisch verminderen door voor opvang te zorgen; hier
kan het FiST steun bieden.
|
Wat je wel en wat je niet moet doen
Pot gevoelens niet op, maar uit ze. Laat ook je gezin
delen in je verdriet.
Vermijd niet over je ervaringen te praten. Grijp elke
kans om de gebeurtenis met anderen de revue te laten
passeren. Of doe dit in gedachten alleen. Sta jezelf toe
om samen te zijn met mensen waarbij je je goed voelt.
Wees bereid om steun te aanvaarden.
Verwacht niet dat de herinneringen snel zullen
verdwijnen; emoties zullen je nog gedurende langere tijd
vergezellen.
Wees erop voorbereid dat niet iedereen even begripvol zal
reageren op je moeilijkheden of verhaal.
Wees voorzichtig met rustgevende medicatie en
slaapmiddelen.
Bedenk dat een schokkende interventie gevoelens van
eerdere verliezen kan losmaken.
Het blokkeren van gevoelens daarentegen kan leiden tot
psychische en lichamelijke klachten.
Praktische en emotionele steun van andere mensen kan
alles draaglijker maken. Wijs hen niet af. Je hebt er
alle baat bij als je de eigen ervaringen deelt met die
van je lotgenoten.
Bedenk dat gevoelens tijdloos zijn.
Indien ze niet geuit worden, blijven ze aanwezig.
Vroeg of laat komen ze aan de oppervlakte.
|
Er over praten helpt
Wanneer tijd en ruimte geboden wordt om te praten zal men
de doorwerking van een schokervaring bevorderen en zullen
in principe latere problemen grotendeels worden
voorkomen.
Hieraan kunnen we meer aandacht besteden door na iedere
ingrijpende interventie met de gehele ploeg van
hulpverleners een aantal gesprekken te houden. In deze
debriefings kunnen dan alle ervaringen en opgeroepen
emoties besproken worden. Deze debriefings zijn reeds
gangbaar bij de Rijkswacht en het Belgisch Leger, dus
waarom dan niet hetzelfde toepassen in onze
brandweerdienst ?
De debriefings zullen begeleid worden door collega's die
een FiST-opleiding genoten hebben en vanuit de
korpsleiding de bevoegdheid gekregen hebben om dergelijke
gesprekken to coordineren. Deze gesprekken gebeuren
achter gesloten deuren en blijven strikt vertrouwelijk
binnen de groep. Alles gebeurt natuurlijk op vrijwillige
basis.
Laat ons de opvang na schokkende interventies niet aan
het toeval overlaten maar er een onderdeel van het werk
van maken.
Nog even dit, het is nu niet de bedoeling om na elke
grote interventie een debriefing te doen. Dit zal alleen
gebeuren als er vanuit de groep signalen komen dat dit
wenselijk zou zijn. In veel gevallen lost een gesprek met
een collega aan de toog vele latere problemen even goed
op ...
In ons korps kan je altijd beroep doen op de volgende
personen :
Rudi Van Oosterwijck
Eddy Meyers
Bart Franco
|
|
TERUG
|
Signeer het gastenboek
|