Het moest er eindelijk eens van komen, en vandaag kwam het ervan ;
Ik trok papie's overal aan , ma's klompen en begaf me richting de kippenren. Moeizaam , onder begeleiding van een weigerende hersenmassa opende ik het poortje. Daar stonden ze dan ; Julia de Haan, duifkip en duifkip twee. Ze keken me aan als cowboys wiens territorium voor het eerst in jaren werd binnen gevallen door verkrachtings-klare Indianen. Ik was geen Indiaan en zij waren geen cowboys dus de pluimen vlogen in het rond en als je goed keek zag je nog ergens een achterpoot uit hun pluimwerk hangen alvorens ze verdwenen in hun broedhok. Op handen en voeten kroop ik verder de ren in, klaar voor het komende gevaar.Want gevaar zou er komen, o ja! Als iemand een neus voor gevaar heeft , dan ben ik het wel! Misschien denkt u nu , dat ik gewoon gevaar aantrek, maar dat ging niet meer, ik had al een overal aan.Wat het ook mogen zijn, ik stond op handen en knien in de kippenren en het gevaar was nabij. De over-het-net-hangende boombladeren leken hun takken te willen duwen in de ren, als grijpende handjes. De ruimte werd steeds kleiner , maar ik zette dapper voort , hand voor hand kwam ik dichter bij m'n doel en dichter bij het einde van de ren. Toen ik was waar ik wou zijn, overviel me plots een zeldzame lichtinval die me wel deed denken aan een Franse avondzon en citronella-kaarsen.Ik besloot me er bij neer te zetten. Mijn achterwerk bedankte me vriendelijk. (sympatiek ben ik nu eenmaal)
Ik keek naar de broedende kip die zich in een uithoek van de ren had gevestigd , lekker onbereikbaar van boven uit (waar een net hing).
De broedende kip keek me vragend aan. Het kon natuurlijk ook filosofisch zijn, maar welke kip neemt de moeite om filosofisch naar Kika te kijken? Het leek alleszins niets voor mijn kippen. Ze keek dus vragend. Vroeg ze zich af waarom m'n achterwerk me bedankte? Vroeg ze zich af waarom ik op bezoek kwam in een overal? Wie zal het zeggen? Ik stak m'n hand uit naar mijn gevederde vriendin en de gevederde vriendin schrok zo hard op dat ze zich stande pede bij de andere gevleugelden voegde , ver weg in het kippenhok. 'eenzaam , verlaten en alleen,' zong Vitalski , maar zong hij ook dat het vier eieren waren? Ze lagen daar maar wat ei te wezen, maar zoals het in de natuur hoort was er al sprake van natuurlijke competitie; het eerste ei had alreeds een gaatje waaruit een snaveltje stak dat desondanks zijn onwetendheid toch al een taal aan het oefenen was. 'Kippen kennen geen taal , geef het op,'dacht ik nog, maar van gedachten lezen had ie ook niets weg , het beest ratelde door. Ik zat en ik luisterde en toen ik even in gedachten wegzonk en plots weer helder door m'n ogen keek, zag ik het gevaar.
Op een houten steunpilaar zat een bie, een weps of ook wel nen hommel genaamd. (ook al zijn die dingen niet helemaal gelijk)Maar u begrijpt het profiel : een angel-ding met vleugels en een geel-wit-patroon.
Ik zei ; 'hoi' en stoof de ren uit.
Posted by kika_vollaile
at 10:17 PM MEST