Type B2, vooroorlogse versie met Carnegie standard-resilient wielen en luchtbediende
remschoenen (foto Clark).
Constructie
Zoals alle typen PCC-draaistellen had de B2 een beweegbare wieg. Het
belangrijkste kenmerk ten opzichte van de latere B1 en B3 typen vormden de
parallelle, cylindrische framebalken waarmee het H-vormige draaistel bijeen werd
gehouden. Deze balken waren naar verhouding zwaar. Het was aan de lichte
tractiemotoren te danken dat het totale gewicht binnen de perken bleef.
De B2 behoort dus - zoals de meeste draaistellen - tot de typen met vast
frame waarbij een relatief slappe asvering tussen frame en rails vereist is om
te voorkomen dat het geheel ontspoort. De afvering geschiedde door rubberen primaire veren met een conische vorm,
waardoor een soepele gang bereikt werd zonder schokken. De royale toepassing van
zo'n 195 kg aan rubber, ook in de wielen, zorgde voor een optimale demping van
het geluid, vergeleken met traditionele draaistellen met 100% stalen wielen.
Aparte schokbrekers werden in dit trucktype niet toegepast. Voor het afdempen
van trillingen meende men genoeg te hebben aan de elastische werking van het
rubber. Dat bleek iets te optimistisch gedacht. Bij de Brusselse 7081-7155 zijn dan ook
vier verticale schokdempers
toegevoegd voordat zij met hun ex-Kansas City B2B's de straat op kwamen.
De tractiemotoren waren
afgeveerd opgehangen aan het draaistelframe, zodanig
dat electromotoren gemakkelijk konden worden uitgewisseld zonder dat het hele
draaistel behoefde te worden gedemonteerd. De motoras wees in de lengterichting
van het rijtuig en de overbrenging geschiedde door cardanassen en hypoïde
tandwielen.
Standaard
De koningspen die de krachten van de wiegbalk naar de
wagenbak overbracht en die diep doordrong in een ruim bemeten bronzen draaitap, was bij vrijwel alle PCC-cars (behalve de HTM 1197-1200) identiek en
daardoor was truckwisseling een eenvoudige zaak. Het succes van dit tramtype was
mede te danken aan dit soort standaardiserende maatregelen die de doelmatigheid bevorderden. PCC's
behoefden nooit lang stil te staan voor onderhoud. Je schuift er andere trucks
onder en rijden maar weer!
De ontwikkeling van het B2 draaistel was in 1935 voltooid. De vroege air-electric
PCC's hadden - naast de electrische rem en de electromagnetische railremmen -
met lucht bediende remblokken die tegen de wielbanden drukten. Bij de latere
modellen - inclusief alle in België gebouwde PCC's - werden
trommelremmen op de motoraandrijfassen standaard aangebracht, aangestuurd door
een drietraps electromagnetische bediening (all-electrics).
Steden als Washington en Boston bleven echter ook bij hun naoorlogse
bestellingen het air-electric concept trouw. Daarbij werden geen
remblokken meer toegepast, maar door lucht
bediende trommelremmen.
Type
B2B, naoorlogse versie met standard-resilient wielen en trommelremmen. In Kansas
City hadden deze zelfde draaistellen super-resilient wielen. De verticale schokbrekers
zijn pas in Brussel toegevoegd (foto Hondius).
Verspreiding
De B2 is tot 1951 in serie geleverd aan een groot aantal steden in de VS en
Canada, niet alleen voor normaalspoor (1435 mm), maar ook voor buitensporigheden
als 1473, 1495, 1524, 1581, 1588 en zelfs 1638 mm. Bij verkoop van de PCC-car
aan een ander bedrijf (wat vaak is voorgekomen - vooral Toronto en Mexico City
waren gretige PCC-collectionneurs) konden de draaistellen eenvoudig
worden omgespoord door wijziging van de ashuizen.
Pagina gewijzigd: Sunday 04 August 2002
.
© G.J. Scheltens, Leiden, The Netherlands, 2000.