Waar allang geen trams meer komen: de 1177 op
het Cromvlietplein (foto Gerard Scheltens).
Gaan we er van uit dat de vaak herhaalde anecdote over misselijke
trampassagiers waar is - in mijn inleiding heb ik van vele onverdachte
getuigen er drie ten tonele gevoerd - dan kom ik tot de volgende voorzichtige (!)
conclusie.
De HTM, vooral gespitst op het vinden van een professioneel ontworpen
eenmanbediening waarbij de handelingen van de bestuurder goed op elkaar waren
afgestemd, koos een voor Nederland revolutionair tramtype met een geraffineerde
technologie, waarvan dankzij de vooruitziende blik van de toenmalige technici nu
nog steeds wordt geprofiteerd.
Maar misschien door toeval kwam er voor het Haagse net, toch gezegend met
goed liggende trambanen, een torsieslap draaisteltype (B3) dat speciaal rekening hield met
rijden op slecht spoor. En bovendien met de verkeerde wielen. Amerikanen werden
in overgrote meerderheid vervoerd op draaistellen met vast frame (B2), op
redelijk goed spoor. Vermoedelijk was het de combinatie van een B3 draaistel met
goed spoor, die in de beginjaren zorgde voor het deinende rijgedrag. Daarbij
kwam dan nog de onwennigheid van het Haagse publiek, dat niet op zachte vering was
afgericht.
Daarom werden Hagenaars wel, en Amerikanen niet onwel.
Dat zou - ik blijf voorzichtig - het antwoord kunnen zijn op Frits van Dams
impliciete vraag.
En al die boze Haagse ingezonden-brievenschrijvers? Die hebben zich
uiteindelijk - niet misselijk meer - in hun lot moeten schikken. Zonder eenmanbediening hadden ze helemáál geen tram meer gehad.
Niet
misselijk meer! De
1019 verkent in 1966 nog eens de route van de al opgeheven lijn 14 (foto Gerard
Scheltens).
Pagina gewijzigd: Sunday 12 November 2000
.
© G.J. Scheltens, Leiden, The Netherlands,
2000.